ECLI:NL:GHAMS:2012:3592

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
4 december 2012
Publicatiedatum
1 mei 2013
Zaaknummer
200.073.616-01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Dwangbevel en executoriaal beslag op auto wegens onbetaalde vennootschapsbelasting

In deze zaak heeft de besloten vennootschap Zodiack Beheer B.V. hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Alkmaar, waarin de vorderingen van Zodiack werden afgewezen. Zodiack was aangeslagen voor vennootschapsbelasting over de jaren 2005 en 2006, maar had de aanslag over 2005 van € 12.287,-- onbetaald gelaten. De Ontvanger van de Belastingdienst heeft een dwangbevel uitgevaardigd en executoriaal beslag gelegd op een auto van Zodiack. Zodiack stelde dat de Ontvanger onrechtmatig handelde door het dwangbevel uit te vaardigen, omdat er een lopende beroepsprocedure was over de aanslag vennootschapsbelasting 2006, die mogelijk invloed had op de aanslag 2005.

Het hof heeft de feiten uit de eerste aanleg overgenomen en geconcludeerd dat de aanslag over 2005 niet zodanig onjuist was dat de Ontvanger niet tot invordering had kunnen overgaan. Zodiack had niet aangetoond dat de uitkomst van de beroepsprocedure over de aanslag 2006 onmiskenbaar in haar voordeel zou zijn. Het hof oordeelde dat de belangen van de Ontvanger bij het innen van de vordering zwaarder wogen dan die van Zodiack bij uitstel van betaling. De grieven van Zodiack werden verworpen, en het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank, waarbij Zodiack in de proceskosten werd verwezen.

De uitspraak benadrukt de noodzaak voor belastingplichtigen om hun bezwaren tijdig en adequaat aan te vechten, en dat het bestaan van een beroepsprocedure niet automatisch leidt tot uitstel van invordering. Het hof heeft de belangenafweging tussen de belastingplichtige en de belastingdienst zorgvuldig uitgevoerd en de rechtsgeldigheid van het dwangbevel bevestigd.

Uitspraak

4 december 2012
GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
DERDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER
ARREST
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ZODIACK BEHEER B.V.,
gevestigd te Alkmaar,
APPELLANTE,
advocaat:
mr. A.E.T.M van de Camp, te Uden,
t e g e n
DE ONTVANGER VAN DE BELASTINGDIENST/HOLLAND-NOORD/KANTOOR ALKMAAR
kantoorhoudende te Alkmaar,
GEÏNTIMEERDE,
advocaat:
mr. E.E. Schipper, te Amsterdam.

1.Het geding in hoger beroep

Partijen worden hierna Zodiack en De Ontvanger genoemd.
Bij dagvaarding van 20 juli 2010 is Zodiack in hoger beroep gekomen van het vonnis van 14 juli 2010 van de rechtbank Alkmaar, in deze zaak onder nummer 116736 / HA ZA 10-57 gewezen tussen Zodiack als opposante en de Ontvanger als geopposeerde.
Zodiack heeft bij memorie vier grieven aangevoerd, producties in het geding gebracht, bewijs aangeboden en geconcludeerd, kort weergegeven, dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, uitvoerbaar bij voorraad, voor recht zal verklaren dat Zodiack goed opposant is en dat het dwangbevel buiten effect is gesteld, alsmede dat de Ontvanger door het uitvaardigen van een dwangbevel onrechtmatig heeft gehandeld en gehouden is tot schadevergoeding, en de Ontvanger zal veroordelen al hetgeen Zodiack ter uitvoering van het vonnis heeft voldaan vermeerderd met rente terug te betalen, alles met veroordeling van de Ontvanger in de proceskosten.
De Ontvanger heeft bij memorie van antwoord de grieven bestreden, een productie in het geding gebracht, bewijs aangeboden en geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal bekrachtigen met, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van Zodiack in de proceskosten.
Ten slotte is het hof verzocht arrest te wijzen op de stukken van beide instanties.

2.Feiten

2.1
De rechtbank heeft in het bestreden vonnis onder 2.1 tot en met 2.5 een aantal feiten vermeld. De juistheid hiervan is tussen partijen niet in geschil, zodat ook het hof deze feiten tot uitgangspunt zal nemen. Het hof betrekt bij de beoordeling niet de door de Ontvanger bij memorie van antwoord in het geding gebrachte uitspraak van de rechtbank Haarlem, waarop Zodiack nog niet heeft gereageerd.
2.2
Deze zaak betreft het volgende.
2.3
Zodiack is door de Ontvanger aangeslagen voor vennootschapsbelasting over 2005. Deze vordering heeft zij tot een bedrag van € 12.287,-- onbetaald gelaten.
2.4
De Ontvanger heeft uiteindelijk een dwangbevel uitgevaardigd en executoriaal beslag gelegd op een auto van Zodiack. Bij exploit van 3 november 2009 heeft de Ontvanger aangekondigd dat hij zal overgaan tot verkoop van de in beslag genomen auto op 15 december 2009.
2.5.
Bij de aanslag vennootschapsbelasting van 4 april 2009 is Zodiack over het jaar 2006 aangeslagen voor een bedrag van € 8.063,--.
2.6
Tegen deze aanslag heeft Zodiack bij brief van 11 mei 2009 bezwaar aangetekend.
2.7
Bij brief van 14 december 2009 heeft de inspecteur van de belastingdienst Zodiack doen weten dat en op welke gronden hij voornemens is het bezwaar van Zodiack tegen de aanslag vennootschapsbelasting 2006 af te wijzen. Het bezwaar is inmiddels afgewezen. Zodiack heeft tegen deze beslissing beroep ingesteld.

3.Beoordeling

3.1
In eerste aanleg heeft Zodiack aan haar vorderingen ten grondslag gelegd dat de Ontvanger jegens haar onrechtmatig heeft gehandeld. De aanslagen 2003, 2004 en 2005 moeten tot nihil worden verminderd als gevolg van een achterwaartse verliesverrekening met het negatieve belastbare bedrag over het jaar 2006. Zodiack stelt voorts dat door de verliesverrekening over 2006 een recht op teruggave zal ontstaan ten bedrage van € 36.266,--, met welk bedrag de openstaande vordering ruimschoots kan worden voldaan. De Ontvanger handelt onrechtmatig doordat hij niet bereid is de uitkomst van bezwaar en beroep met betrekking tot de aanslag 2006 af te wachten terwijl Zodiack door executoriale verkoop van haar auto onredelijk zwaar in haar belangen zal worden getroffen.
3.2
De rechtbank heeft de vorderingen van Zodiack afgewezen.
3.3
Grief 1 is gericht tegen de overweging van de rechtbank dat de juistheid van de aanslag over 2005 op zichzelf niet ter discussie staat. Zodiack stelt daartoe dat de aanslag over 2005 te hoog is vastgesteld omdat Zodiack over 2006 een negatieve belastbaar resultaat had. Over de aanslag over 2006 loopt een fiscale beroepsprocedure en dat betekent dat de rechtmatigheid van de aanslag over 2005 nog niet vaststaat. Met grief 2 betoogt Zodiack in het verlengde hiervan dat haar verzet gegrond is en dat de Ontvanger onrechtmatig handelt door tot tenuitvoerlegging van het dwangbevel over te gaan.
3.4
De Ontvanger erkent dat de discussie over de aanslag over 2006 gevolgen kan hebben voor de aanslag over 2005, maar stelt onder meer dat de Ontvanger desondanks onverminderd gerechtigd is voor de in het geding zijnde aanslag over 2005 invorderingsmaatregelen te treffen en dat dit alleen anders zou zijn indien de juistheid van de aanslag 2005 bij marginale toetsing zo twijfelachtig is dat de Ontvanger in redelijkheid niet tot tenuitvoerlegging van het dwangbevel had kunnen komen en daarvan is geen sprake. De Ontvanger voegt daar nog aan toe dat Zodiack geen uitstel van betaling toekomt, nu volgens de Leidraad Invordering 2008 pas recht op uitstel bestaat indien over teruggaaf tussen Inspecteur en belastingplichtige geen verschil van mening bestaat. Daarvan is in dit geval geen sprake, zo stelt de Ontvanger.
3.5
Het hof is van oordeel dat onvoldoende is komen vast te staan dat de aanslag over 2005 zodanig onjuist is, dat de Ontvanger in redelijkheid niet tot invordering had kunnen komen. De Ontvanger handelt daarom niet onrechtmatig door tot tenuitvoerlegging van het dwangbevel over te gaan. Ook is onvoldoende onderbouwd dat aanleiding bestaat uitstel van betaling te verlenen. Net als de rechtbank acht het hof bij dit oordeel doorslaggevend dat Zodiack niet heeft aangetoond dat uit de toepasselijke regelgeving of de rechtspraak daaromtrent volgt dat op voorhand moet worden aangenomen dat het beroep van Zodiack met betrekking tot de aanslag vennootschapsbelasting 2006 gegrond zal worden verklaard en alsnog zal leiden tot een teruggave over 2006 en verliesverrekening over – onder meer - 2005. In hoger beroep heeft daarover Zodiack geen nieuwe stellingen betrokken die tot een andere conclusie leiden. Dat het, zoals Zodiack stelt, van feitelijke vaststellingen door de rechter zal afhangen of Zodiack in het gelijk wordt gesteld, leidt niet tot een ander oordeel. De stelling dat op de door haar aangevoerde gronden op z’n minst twijfel mogelijk is over het bestaan van een belastingschuld en dat reeds daaruit voortvloeit dat de Ontvanger niet tot tenuitvoerlegging mag overgaan, gaat uit van de onjuiste rechtsopvatting dat het bestaan van dergelijke twijfel reeds meebrengt dat de tenuitvoerlegging moet worden gestaakt. Ook de overige stellingen rechtvaardigen niet die conclusie. De grieven falen.
3.6
Grief 3 is gericht tegen het oordeel van de rechtbank dat Zodiack onvoldoende heeft aangevoerd op grond waarvan het belang van Zodiack bij uitstel zwaarder weegt dan het belang van de Ontvanger bij het innen van de vordering. De rechtbank, zo stelt Zodiack, heeft daartoe ten onrechte geoordeeld dat Zodiack niet heeft aangetoond dat op voorhand moet worden aangenomen dat haar beroep tegen de aanslag over 2006 gegrond zal worden verklaard en tot een teruggave zal leiden. Zodiack heeft nader uiteengezet dat zij er groot belang bij heeft dat de door de Ontvanger in beslag genomen auto nog niet wordt verkocht en dat de Ontvanger voldoende zekerheid voor betaling heeft.
3.7
De grief faalt. Het hof verwijst allereerst naar hetgeen naar aanleiding van de grieven 1 en 2 is overwogen. Het hof overweegt voorts dat Zodiack in hoger beroep onvoldoende heeft aangevoerd om te concluderen dat een zodanige discrepantie bestaat tussen de in het geding zijnde belangen van Zodiack en de Ontvanger, dat verkoop achterwege zou moeten blijven. De door Zodiack aangevoerde omstandigheden zijn daartoe niet voldoende.
3.8
Grief 4 heeft geen zelfstandige betekenis.
3.9
Het bewijsaanbod van Zodiack ziet niet op voldoende specifieke stellingen die, indien bewezen, tot een ander oordeel zouden leiden.
3.1
De slotsom is dat het bestreden vonnis wordt bekrachtigd. Gelet op deze uitkomst wordt Zodiack in de proceskosten verwezen.

4.Beslissing

Het hof:
- bekrachtigt het bestreden vonnis;
- verwijst – uitvoerbaar bij voorraad - Zodiack in de kosten van de procedure en begroot die kosten aan de zijde van De Ontvanger op € 314,-- aan verschotten en € 894,-- aan salaris;
Dit arrest is gewezen door mrs. J.C. Toorman, G.C.C. Lewin en W.J. Noordhuizen en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 4 december 2012.