Uitspraak
mr. A.E.T.M van de Camp, te Uden,
mr. E.E. Schipper, te Amsterdam.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft de besloten vennootschap Zodiack Beheer B.V. hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Alkmaar, waarin de vorderingen van Zodiack werden afgewezen. Zodiack was aangeslagen voor vennootschapsbelasting over de jaren 2005 en 2006, maar had de aanslag over 2005 van € 12.287,-- onbetaald gelaten. De Ontvanger van de Belastingdienst heeft een dwangbevel uitgevaardigd en executoriaal beslag gelegd op een auto van Zodiack. Zodiack stelde dat de Ontvanger onrechtmatig handelde door het dwangbevel uit te vaardigen, omdat er een lopende beroepsprocedure was over de aanslag vennootschapsbelasting 2006, die mogelijk invloed had op de aanslag 2005.
Het hof heeft de feiten uit de eerste aanleg overgenomen en geconcludeerd dat de aanslag over 2005 niet zodanig onjuist was dat de Ontvanger niet tot invordering had kunnen overgaan. Zodiack had niet aangetoond dat de uitkomst van de beroepsprocedure over de aanslag 2006 onmiskenbaar in haar voordeel zou zijn. Het hof oordeelde dat de belangen van de Ontvanger bij het innen van de vordering zwaarder wogen dan die van Zodiack bij uitstel van betaling. De grieven van Zodiack werden verworpen, en het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank, waarbij Zodiack in de proceskosten werd verwezen.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor belastingplichtigen om hun bezwaren tijdig en adequaat aan te vechten, en dat het bestaan van een beroepsprocedure niet automatisch leidt tot uitstel van invordering. Het hof heeft de belangenafweging tussen de belastingplichtige en de belastingdienst zorgvuldig uitgevoerd en de rechtsgeldigheid van het dwangbevel bevestigd.