Uitspraak
mr. G.P. Poieszte Velsen-Noord,
mr. A.J.J. van der Heidente Den Helder.
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
Het gehuurde zal door of vanwege huurder uitsluitend worden bestemd om te worden gebruikt als winkelruimte ten behoeve van de verkoop van vlaaien en bonbons, alsmede voor het nuttigen van koffie/thee met aanverwante zaken.”
een aantal werkzaamheden aan het gehuurde zal verrichten,nadatMultivlaai de gewenste indeling aan [appellanten] heeft opgegeven.” [appellanten] verwijzen ter onderbouwing hiervan naar de e-mail van [appellant sub 1] van 6 mei 2009 waarin hij schrijft: “
Voor 15 mei definitief voor accoord verklaarde indelingstekening tbv werkzaamheden verhuurder voor huurder. Bij gebreke waarvan verhuurder geen gevolgen voor niet halen 1 juli aanvaardt.” [appellanten] stellen onder verwijzing naar de e-mail van 18 mei 2009 van [X] van vastgoedmakelaar [Y ] (hierna ook: [Y ]) dat deze voorwaarde door [geïntimeerde sub 1] is geaccepteerd.
pantryzal worden bepaald nadat [geïntimeerde sub 1] de door haar gewenste indeling aan [appellanten] kenbaar heeft gemaakt. In verband met de overige werkzaamheden die [appellanten] zouden uitvoeren staat in artikel 8.1 niets vermeld over (door [geïntimeerde sub 1] aan te leveren) tekeningen of over de noodzaak van het vooraf verkrijgen van duidelijkheid over de gewenste indeling. Aan de genoemde e-mails komt in dit verband onvoldoende betekenis toe. De e-mail van [appellant sub 1] van 6 mei 2009 maakt niet duidelijk voor welke werkzaamheden [geïntimeerde sub 1] een indelingstekening diende aan te leveren. De verregaande conclusie van [appellanten] dat de indeling nodig was om al de in artikel 8.1 van de huurovereenkomst genoemde werkzaamheden te kunnen uitvoeren, kan niet op deze e-mail worden gebaseerd.
mededelingvan [geïntimeerden] dat voor de winkel slechts een vloerbelasting van 150 kg/m2 nodig was. De stellingen die [appellanten] bij akte van 8 mei 2012 (p. 4) innemen, wijken daarvan af. Het aldaar gestelde komt erop neer dat [geïntimeerde sub 1] zich met de inschakeling van de makelaar had verzekerd van de deskundigheid waar het gaat om vloerbelasting. De makelaar van [geïntimeerde sub 1] heeft de vereiste vloerbelasting in de huurovereenkomst opgenomen. Nu die vloerbelasting onjuist is, moet [geïntimeerde sub 1] daarvan de gevolgen dragen, aldus [appellanten]
nahet totstandkomen van de huurovereenkomst zijn verstrekt – en die aanvullende wensen en wijzigingen inhielden - leidden tot een verhoging van de vloerbelasting. Daardoor was een aanpassing van de vloer noodzakelijk.
huurderde eventuele aanpassingen aan het gehuurde op zijn kosten dient uit te voeren. Daarvan uitgaande heeft de kantonrechter terecht onder ogen gezien dat die situatie zich hier niet voordoet, omdat [appellanten] ervoor hebben gekozen de vloer van het gehuurde zelf op hun kosten aan te passen aan de toepasselijke norm, in plaats van de vloer op te leveren met die voldeed aan de in de huurovereenkomst vermelde norm. [appellanten] hebben onvoldoende gesteld waaruit kan volgen dat artikel 15.11 van de algemene bepalingen de
verhuurderhet recht de kosten van de door hem zelf uitgevoerde aanpassingen aan het gehuurde te verhalen op de huurder. Ook overigens hebben [appellanten] daarvoor geen toereikende rechtsgrond gesteld.