ECLI:NL:GHAMS:2012:1757

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
19 juni 2012
Publicatiedatum
30 april 2013
Zaaknummer
200.081.169
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurgeschil tussen appellant en Woningbouwvereniging Stadgenoot over beëindiging huurovereenkomst en ontruiming

In deze zaak gaat het om een huurgeschil tussen [appellant] en de Woningbouwvereniging Stadgenoot. [Appellant] is in hoger beroep gekomen van een vonnis van de rechtbank te Amsterdam, sector kanton, dat op 23 september 2010 is gewezen. De zaak betreft de huur van een woning die oorspronkelijk door de broer van [appellant] was gehuurd. De broer heeft de huur opgezegd per 31 januari 2007, maar [appellant] heeft na deze datum in de woning verbleven. Stadgenoot vordert in conventie een verklaring voor recht dat de huurovereenkomst met de broer is geëindigd en verzoekt om ontruiming van de woning. In reconventie vordert [appellant] erkenning van een huurovereenkomst met Stadgenoot en restitutie van huurbetalingen die hij na de beëindiging van de huurovereenkomst heeft gedaan. De kantonrechter heeft de vordering tot ontruiming toegewezen en de vorderingen in reconventie afgewezen. Het hof heeft behoefte aan nadere inlichtingen van partijen en heeft een comparitie van partijen gelast om te onderzoeken of er overeenstemming kan worden bereikt. De comparitie zal plaatsvinden voor mr. G.J. Visser, die als raadsheer-commissaris is benoemd. De zaak is op 19 juni 2012 openbaar uitgesproken.

Uitspraak

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
TWAALFDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER
ARREST
in de zaak van:
[appellant],
wonend te [woonplaats],
APPELLANT,
advocaat:
mr. M.J.R. Roethofte Arnhem,
t e g e n
de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
WONINGBOUWVERENIGING STADGENOOT,
gevestigd te Amsterdam,
GEÏNTIMEERDE,
advocaat:
mr. I.N. Maaskantte Hoofddorp.
De partijen worden hierna [appellant] en Stadgenoot genoemd.

1.Het geding in hoger beroep

Bij dagvaarding van 21 december 2010 is [appellant] in hoger beroep gekomen van het vonnis van de rechtbank te Amsterdam, sector kanton, locatie Amsterdam, van 23 september 2010, in deze zaak onder zaak-/rolnummer CV 09-46513 gewezen tussen Stadgenoot als eiseres in conventie, gedaagde in reconventie en [appellant] als gedaagde in conventie, eiser in reconventie (hierna: het vonnis). De dagvaarding bevat de grieven.
Herselia heeft tegen het vonnis tien grieven aangevoerd, bewijs aangeboden en geconcludeerd zoals in het appelexploot weergegeven.
Bij memorie van antwoord heeft Stadgenoot de grieven bestreden, een productie in het geding gebracht en geconcludeerd zoals in die memorie weergegeven.
Ten slotte is arrest gevraagd.

2.De feiten

De kantonrechter heeft in het bestreden vonnis onder 1 tot en met 3 een aantal feiten vastgesteld. Daaromtrent bestaat geen geschil zodat deze feiten het hof tot uitgangspunt dienen.

3.Beoordeling

3.1
Het gaat in deze zaak, kort samengevat, om het volgende.
(i) Stadgenoot is eigenaar van een groot aantal woningen en heeft tot doelstelling de bevordering van een rechtvaardige verdeling van de schaarse woonruimte in de sociale sector.
(ii) Met ingang van 21 november 2002 verhuurde Stadgenoot de woning aan [adres] (hierna: de woning) aan een broer van [appellant],[F] (hierna: de broer). Op 8 september 2006 heeft de broer de huur opgezegd tegen 31 januari 2007. De broer had de woning reeds eerder verlaten.
(iii) Vanaf maart 2006 was [appellant] in de door de broer gehuurde woning gehuisvest. Hij is daar ook na de beëindiging van de huurovereenkomst door de broer blijven wonen. De verschuldigde huurpenningen zijn voldaan.
(iv) Stadgenoot vordert in conventie een verklaring voor recht dat de huurovereenkomst met de broer per 31 januari 2007 is geëindigd en een veroordeling van [appellant] tot ontruiming van de woning. In reconventie vordert [appellant] een verklaring voor recht dat tussen hem en Stadgenoot een huurovereenkomst met betrekking tot de woning tot stand is gekomen en voor het geval die vordering wordt afgewezen, de veroordeling van Stadgenoot tot restitutie van de door hem vanaf 1 januari 2007 aan Stadgenoot betaalde huurtermijnen. In het vonnis heeft de kantonrechter in conventie, met afwijzing van het meer of anders gevorderde, de vordering tot ontruiming toegewezen en de vorderingen in reconventie afgewezen. De grieven zijn tegen deze beslissingen - en de gronden waarop zij berusten - gericht.
3.2
Het geschil tussen partijen spitst zich toe op de vraag of [appellant] (ten tijde van de inleidende dagvaarding, december 2009) de woning zonder recht of titel in gebruik had.
3.3
Het hof heeft behoefte aan nadere inlichtingen van partijen en zal om die reden een comparitie van partijen bepalen. Bij die gelegenheid zal tevens worden onderzocht of partijen het op een of meer punten met elkaar eens kunnen worden.

4.Beslissing

Het hof:
gelast partijen ([appellant] in persoon, Stadgenoot deugdelijk vertegenwoordigd door een persoon die bevoegd is haar te binden), vergezeld van hun raadslieden, tot het hiervoor omschreven doel te verschijnen ten overstaan van mr. G.J. Visser, daartoe als raadsheer-commissaris benoemd, in het Paleis van Justitie, Prinsengracht 436 te Amsterdam, op een nader te bepalen datum en tijd;
verzoekt partijen, voor zover zij zich ter comparitie willen bedienen van (nog niet in deze procedure overgelegde) schriftelijke stukken, deze uiterlijk veertien dagen voor de comparitiedatum toe te zenden aan genoemde raadsheer-commissaris, onder gelijktijdige toezending van een afschrift aan de wederpartij;
verwijst de zaak naar de rolzitting van
dinsdag 21 augustus 2012voor opgave door partijen van hun verhinderdagen in de maanden september, oktober en november 2012;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. G.J. Visser, R.J.F. Thiessen en J.H. Huijzer en in het openbaar uitgesproken op 19 juni 2012 door de rolraadsheer.