ECLI:NL:GHAMS:2011:CA2170
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- N.F. van Manen
- N. van der Wijngaart
- J.G. Bulsing
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid Openbaar Ministerie bij vervolging voor geringe hoeveelheid cocaïne voor eigen gebruik
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 13 oktober 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was beschuldigd van het opzettelijk aanwezig hebben van een geringe hoeveelheid cocaïne, namelijk 0,22 gram, op 6 november 2009 in Amsterdam. Het hof overwoog dat de (oude) richtlijn van het Openbaar Ministerie, de 'Aanwijzing Opiumwet', van toepassing was. Deze richtlijn stelt dat bij een geringe hoeveelheid harddrugs voor eigen gebruik, vervolging alleen mag plaatsvinden ter ondersteuning van hulpverlening. De richtlijn definieert een geringe hoeveelheid als maximaal 0,5 gram. Aangezien de aangetroffen hoeveelheid cocaïne onder deze grens viel en er geen bewijs was dat de cocaïne niet voor eigen gebruik was, oordeelde het hof dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk verklaard moest worden in de vervolging. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en deed opnieuw recht, waarbij het de vervolging door het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk verklaarde. Deze beslissing is genomen na het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep op 29 september 2011, waarbij het hof kennisnam van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de verdachte en zijn raadsman. Het arrest is uitgesproken in een openbare zitting, waarbij mr. J.G. Bulsing niet in staat was om het arrest mede te ondertekenen.