ECLI:NL:GHAMS:2011:BY6914
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- R.H. de Bock
- C. Barbas
- A. Bockwinkel
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van failliete bank voor schade door aandelenverlies na faillissement
In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van een failliete bank, [ X ] Bankiers N.V., voor schade die een partij heeft geleden door het aankopen van aandelen die na het faillissement niets meer waard waren. De partij stelt dat de bank haar verplichtingen uit het Fondsenreglement en het Algemeen Reglement van de Euronext Amsterdam Stock Market heeft geschonden door geen toestemming te vragen aan Euronext voor de liquiditeitssteun van De Nederlandsche Bank (DNB) en de aanvraag tot toepassing van de noodregeling niet openbaar te maken. Het hof oordeelt echter dat er geen schadeplichtigheid bestaat, omdat voldoende is aangetoond dat, indien de toestemming wel was gevraagd, deze door Euronext zou zijn verleend.
De curatoren van de failliete bank hebben in hun verweer aangevoerd dat de Commissaris voor de Notering verantwoordelijk was voor het toezicht op de effectenhandel en dat deze functionaris de bevoegdheid had om ontheffingsbesluiten te nemen met betrekking tot de publicatieplicht van koersgevoelige informatie. Het hof heeft vastgesteld dat de bevoegdheid om ontheffing te verlenen inderdaad berustte bij de Commissaris voor de Notering, [ B ], en dat deze bevoegdheid niet formeel was vastgelegd in een regeling, maar wel bestond in de praktijk.
Het hof concludeert dat de curatoren voldoende hebben aangetoond dat de Commissaris voor de Notering bevoegd was om de ontheffingsbesluiten te nemen en dat, indien om ontheffing was verzocht, deze ontheffing waarschijnlijk zou zijn verleend. De grieven van de appellant falen, en het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank Amsterdam, waarbij de appellant wordt veroordeeld in de kosten van de procedure in hoger beroep.