ECLI:NL:GHAMS:2011:BX6073

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
20 december 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200.064.027/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bewijslevering in civiele procedure tussen Stichting Radio Nederland Wereldomroep en GMDS Administratie B.V.

In deze zaak, die voor het Gerechtshof Amsterdam diende, hebben de appellanten, Stichting Radio Nederland Wereldomroep (RNW) en Stichting BVN, een hoger beroep ingesteld tegen GMDS Administratie B.V. De zaak betreft een verzoek om bewijslevering in het kader van een civiele procedure. Het hof heeft eerder op 24 mei 2011 een tussenarrest gewezen en verwees naar dat arrest voor het verloop van het geding tot die datum. RNW c.s. hebben diverse verzoeken ingediend om GMDS te bevelen bepaalde bescheiden in het geding te brengen, waaronder beschikbaarheidsrapportages en e-mailcorrespondentie met betrekking tot de glasvezelverbinding tussen Hilversum en Woodbine in februari en maart 2008. Het hof heeft deze verzoeken afgewezen, onder meer omdat GMDS heeft gesteld dat de gevraagde rapportages niet zijn opgemaakt en dat de verzoeken onvoldoende gespecificeerd zijn. Het hof heeft ook geoordeeld dat een behoorlijke rechtsbedeling gewaarborgd kan worden zonder de gevraagde gegevens. RNW c.s. zijn toegelaten tot het bewijs van hun stelling dat er op of omstreeks 20/21 februari 2008 een uitval van de glasvezelverbinding heeft plaatsgevonden, en dat GMDS daarvan op de hoogte was. Het hof heeft de advocaat van RNW c.s. opgedragen om uiterlijk op 10 januari 2012 een verzoek in te dienen voor het bepalen van een datum voor het getuigenverhoor. De beslissing van het hof houdt iedere verdere beslissing aan, en het arrest is uitgesproken in het openbaar op 20 december 2011.

Uitspraak

zaaknummer 200.064.027/01
20 december 2011
GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
DERDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER
ARREST
in de zaak van:
1. de stichting STICHTING RADIO NEDERLAND WERELDOMROEP,
2. de stichting STICHTING BVN,
beide gevestigd te Hilversum,
APPELLANTEN IN HET PRINCIPAAL APPEL,
GEÏNTIMEERDEN IN HET INCIDENTEEL APPEL,
advocaat: mr. B.M. Vijverberg te Amsterdam,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
GMDS ADMINISTRATIE B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
GEÏNTIMEERDE IN HET PRINCIPAAL APPEL,
APPELLANTE IN HET INCIDENTEEL APPEL,
advocaat: mr. H.J. Vetter te Amsterdam.
1. Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
De partijen worden hierna weer RNW c.s. en GMDS genoemd.
Het hof heeft in deze zaak op 24 mei 2011 een tussenarrest gewezen. Voor het verloop van het geding tot die datum verwijst het hof naar dat arrest. Vervolgens hebben RNW c.s. een akte met producties genomen, tevens houdende diverse verzoeken, waarna GMDS een antwoordakte genomen heeft.
Ten slotte is opnieuw arrest gevraagd.
2. Beoordeling
2.1 In het tussenarrest van 24 mei 2011 heeft het hof overwogen dat het RNW c.s. zal toelaten tot het bewijs van hun stelling dat er op of omstreeks 20/21 februari 2008 een uitval van de glasvezelverbinding heeft plaatsgevonden die ten minste ongeveer 24 uur heeft geduurd en dat GMDS daarvan destijds op de hoogte was. Het heeft RNW c.s. in de gelegenheid gesteld zich bij akte uit te laten over de wijze waarop zij dat bewijs wensen te leveren.
2.2 RNW c.s. hebben het hof onder verwijzing naar art. 21 en 22 Rv verzocht ten behoeve van de bewijslevering te bevelen dat GMDS de beschikbaarheidsrapportages van het aanvoeren van de televisie- en radiokanalen aan de AMC-4 via de glasvezelverbinding tussen Hilversum en Woodbine over de maand februari 2008 in het geding brengt. Hierbij doelen
RNW c.s. kennelijk op de rapportage die bedoeld is in paragraaf 2.2.3 van het voorstel van GMDS van
12 januari 2007 (productie 4 bij conclusie van antwoord/eis in reconventie).
Aangezien GMDS heeft gesteld dat rapportage als daar bedoeld niet is opgemaakt over de maand februari 2008, omdat volgens haar in februari 2008 de glasvezelverbinding niet uitgevallen is geweest, is een dergelijk bevel niet zinvol en het verzoek daartoe dus niet toewijsbaar.
2.3 RNW c.s. hebben het hof onder verwijzing naar art. 21 en 22 Rv verzocht ten behoeve van de bewijslevering te bevelen dat GMDS alle e-mailcorrespondentie in het geding brengt die gevoerd is tussen GDMS enerzijds en Euro World Network en Home2US Communications c.s. anderzijds over de glasvezelverbinding in de periode vanaf 6 februari 2008 tot 10 maart 2008.
Het hof heeft een discretionaire bevoegdheid om een dergelijk bevel te geven. Het ziet noch in de omstandigheid dat RNW c.s. menen in bewijsnood te verkeren, noch in de omstandigheid dat GMDS mogelijk gemakkelijker toegang tot deze e-mailcorrespondentie kan verkrijgen dan RNW c.s., aanleiding van die bevoegdheid gebruik te maken.
2.4 RNW c.s. hebben het hof onder verwijzing naar art. 21 en 162 Rv verzocht ten behoeve van de bewijslevering te bevelen dat GMDS alle schriftelijke correspondentie openlegt die gevoerd is tussen GDMS enerzijds en Euro World Network, Home2US Communications, Colt en Verizon anderzijds over de glasvezelverbinding in de periode vanaf 1 februari 2008 tot 12 maart 2008.
Het hof heeft een discretionaire bevoegdheid om een dergelijk bevel te geven - waarbij in het midden kan blijven of de bedoelde correspondentie onder de reikwijdte van
art. 162 lid 1 Rv valt - , maar het ziet noch in de omstandigheid dat RNW c.s. menen in bewijsnood te verkeren, noch in de omstandigheid dat GMDS mogelijk gemakkelijker toegang tot deze correspondentie kan verkrijgen dan RNW c.s., aanleiding van die bevoegdheid gebruik te maken.
2.5 RNW c.s. hebben het hof onder verwijzing naar
art. 843a Rv verzocht ten behoeve van de bewijslevering te bevelen dat GMDS inzage verstrekt in en/of afschriften verstrekt van correspondentie en e-mails tussen GMDS en Euro World Network (USA) betreffende de glasvezelverbinding in de periode tussen 5 februari 2008 en 9 maart 2008.
De in dit verzoek bedoelde correspondentie en e-mails zijn te weinig gespecificeerd om als bepaalde bescheiden als bedoeld in art. 843a Rv te kunnen worden aangemerkt. Voorts moet in de huidige stand van het geding redelijkerwijs worden aangenomen dat een behoorlijke rechtsbedeling ook zonder verschaffing van de gevraagde gegevens is gewaarborgd, nu niets is gesteld of gebleken ten betoge van het tegendeel. Het thans gedane verzoek wordt daarom afgewezen.
2.6 Voorzover RNW c.s. het hof heeft willen verzoeken te bevelen dat GMDS meewerkt aan technisch onderzoek aan de computer van Weeda, wordt ook dat verzoek afgewezen. Ook hiervoor geldt dat redelijkerwijs kan worden aangenomen dat een behoorlijke rechtsbedeling ook zonder die medewerking is gewaarborgd, nu niets is gesteld of gebleken ten betoge van het tegendeel.
2.7 Bewijs kan worden geleverd door alle middelen, tenzij de wet anders bepaalt. Voorzover RNW c.s. om een bewijsprognose heeft verzocht, wordt dat verzoek afgewezen, reeds omdat het hof die niet mag geven.
2.8 Het hof zal RNW c.s. thans de bij tussenarrest aangekondigde bewijsopdracht verstrekken. In de omstandigheid dat RNW c.s. heeft medegedeeld waarschijnlijk geen volledig sluitend bewijs te zullen kunnen leveren, ziet het hof geen aanleiding om de bewijsopdracht niet te verstrekken.
3. Beslissing
Het hof:
laat RNW c.s. toe te bewijzen dat er op of omstreeks
20/21 februari 2008 een uitval van de glasvezelverbinding heeft plaatsgevonden die ten minste ongeveer 24 uur heeft geduurd en dat GMDS daarvan destijds op de hoogte was;
bepaalt dat, indien RNW c.s. daartoe getuigen wil voorbrengen, het getuigenverhoor zal worden gehouden in het Paleis van Justitie van dit hof ten overstaan van
mr. G.C.C. Lewin, daartoe als raadsheer-commissaris aangewezen, op het adres Prinsengracht 436 te Amsterdam;
bepaalt dat de advocaat van RNW c.s. uiterlijk op
10 januari 2012 schriftelijk en onder opgave van verhinderdata van alle betrokkenen in de maanden februari tot en met mei 2012 aan het enquêtebureau van het hof dient te verzoeken dag en uur te bepalen;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. C.C. Meijer, J.C. Toorman en G.C.C. Lewin en in het openbaar door de rolraadsheer uitgesproken op 20 december 2011.