ECLI:NL:GHAMS:2011:BV6678
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- J.W. Hoekzema
- E.M. Polak
- E.J.H. Schrage
- Rechtspraak.nl
Executie van hypotheekrecht en redelijkheid van veilingkosten in hoger beroep
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam, ging het om de executie van een hypotheekrecht en de redelijkheid van de veilingkosten die door de bank, ING Bank N.V., aan de hypotheekgevers in rekening werden gebracht. De hypotheekgevers, aangeduid als [geïntimeerden], hadden in hoger beroep de beslissing van de rechtbank aangevochten, waarbij het hof op 2 augustus 2011 een tussenarrest had gewezen. In dit tussenarrest werd de eerste grief van de hypotheekgevers ongegrond verklaard. Het hof oordeelde dat de hypotheekgevers met ING waren overeengekomen dat zij de in redelijkheid gemaakte veilingkosten voor hun rekening zouden nemen. Deze kosten mochten worden verrekend met de eerste betaling van € 200.000,= die door de hypotheekgevers was gedaan.
Het hof beoordeelde vervolgens de vraag of de door ING gemaakte veilingkosten redelijk waren. Hierbij werd gekeken naar de courtage die de makelaar, aangeduid als [B.], aan ING had gedeclareerd. Het hof concludeerde dat het afgesproken tarief van 1% bij een verwachte verkoopopbrengst van meer dan € 2.500.000,= niet ongebruikelijk was en dat de aanpassing naar 0,4% omdat de veiling geen doorgang had gevonden, ook niet onjuist was. Het hof hechtte waarde aan de uitspraak van de Centrale Raad van Toezicht, die bevestigde dat de gedragingen van de makelaar niet onaanvaardbaar waren naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid.
Uiteindelijk oordeelde het hof dat de grieven van de hypotheekgevers falen en bevestigde het de beslissing van de rechtbank Amsterdam. De hypotheekgevers werden veroordeeld in de kosten van het hoger beroep, die door het hof werden begroot op € 2.940,00 aan verschotten en € 2.446,50 aan salaris advocaat. Dit arrest werd uitgesproken op 27 december 2011.