ECLI:NL:GHAMS:2011:BV3269
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- W.J. Noordhuizen
- C.C. Meijer
- J.C. Toorman
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid in hoger beroep wegens niet tijdige betaling griffierecht
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 25 oktober 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep van een verzoekschrift dat op 2 augustus 2011 was ingediend. De appellante, aangeduid als X, had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Haarlem, waarin de toepassing van de schuldsaneringsregeling tussentijds was beëindigd. Tijdens de behandeling van het hoger beroep op 18 oktober 2011, was X aanwezig, bijgestaan door haar advocaat, mr. A Aksözek, en de bewindvoerder, M. Schuitemaker.
Het hof heeft vastgesteld dat het griffierecht, dat verschuldigd is vanaf de indiening van het verzoekschrift, niet tijdig was voldaan. De advocaat van X had een factuur voor het griffierecht ontvangen op 5 augustus 2011, maar het griffierecht was niet betaald. De echtgenoot van X heeft ter zitting verklaard dat hij in september 2011 een bedrag van € 200,- had betaald en een dag voor de zitting € 84,- had overgemaakt, maar het hof ontving geen bewijs van deze betalingen.
Het hof concludeert dat er geen omstandigheden zijn die toepassing van de hardheidsclausule rechtvaardigen, zoals bedoeld in artikel 282a lid 4 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Hierdoor is X niet ontvankelijk in het door haar ingestelde hoger beroep. Het hof heeft beslist dat X niet-ontvankelijk is in haar hoger beroep, en deze beslissing is uitgesproken ter openbare terechtzitting. Van dit arrest kan binnen acht dagen na de uitspraak beroep in cassatie worden ingesteld bij de Hoge Raad.