ECLI:NL:GHAMS:2011:BV2910
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Wijziging van kinderbijdrage na echtscheiding en stelplicht van de vrouw
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 25 oktober 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep over de wijziging van de kinderbijdrage na een echtscheiding. De vrouw, appellante, heeft in hoger beroep beroep gedaan tegen een beschikking van de rechtbank Amsterdam van 20 oktober 2010, waarin haar verzoek om de door de man te betalen bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen te verhogen van € 200,- naar € 400,- per kind per maand, werd afgewezen. De vrouw stelde dat de omstandigheden waren gewijzigd, omdat de kosten van de kinderen waren gestegen naarmate zij ouder werden en het inkomen van de man was toegenomen. De man, geïntimeerde, heeft deze stellingen gemotiveerd betwist.
Tijdens de zitting heeft het hof overwogen dat de vrouw niet voldoende feiten of omstandigheden heeft gesteld die de wijziging van de bijdrage rechtvaardigen. Het hof merkte op dat de stijging van de kosten van kinderen vaak wordt gecompenseerd door een verhoging van de kinderbijslag en dat de vrouw niet had aangetoond dat de behoefte van de kinderen aan een hogere bijdrage was toegenomen. Bovendien was het voor de vrouw van belang om aan te tonen hoe hoog de behoefte van de kinderen was op het moment van de eerdere beschikking in 2006, maar zij heeft hierin tekortgeschoten.
Het hof concludeerde dat de vrouw niet had voldaan aan de stelplicht en dat er geen sprake was van gewijzigde omstandigheden in de zin van artikel 1:401 lid 1 BW. Daarom werd de bestreden beschikking bekrachtigd, en bleef de bijdrage van € 200,- per kind per maand gehandhaafd. De uitspraak benadrukt het belang van de stelplicht in zaken betreffende de wijziging van alimentatie.