ECLI:NL:GHAMS:2011:BU7605
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- J.W. Hoekzema
- J. Wortel
- A. Bockwinkel
- Rechtspraak.nl
Beroep op verrekening met achterstallige huurpenningen en verplichtingen verhuurder
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam op 29 november 2011, gaat het om een hoger beroep van [Appellant] tegen de stichting STICHTING PRE WONEN. De zaak betreft een beroep op verrekening van achterstallige huurpenningen met een factuur voor werkzaamheden aan vloeren en stucwerk. Het hof oordeelt dat [Appellant] onvoldoende heeft aangetoond dat de verhuurder nalatig is geweest in het verhelpen van gebreken, zoals bedoeld in artikel 7:206 van het Burgerlijk Wetboek. Het hof stelt vast dat Pre Wonen bij brief van 18 maart 2009 heeft aangegeven niet alle door [Appellant] verlangde werkzaamheden te willen uitvoeren, en dat de werkzaamheden die Pre Wonen op zich had genomen niet konden worden uitgevoerd omdat [Appellant] geen toestemming gaf. Dit impliceert dat er slechts in beperkte mate sprake was van gebreken die de verhuurder verplicht is te verhelpen.
Daarnaast betoogt [Appellant] dat Pre Wonen verplicht is om een afvoer voor de huidige geiser aan te brengen of een andere geiser te plaatsen. Pre Wonen stelt echter dat de geiser niet tot het gehuurde behoort. Het hof oordeelt dat [Appellant] onvoldoende onderbouwing heeft gegeven voor zijn stelling dat Pre Wonen verplicht is om voorzieningen te treffen voor het door hemzelf gekochte heetwatertoestel. Het hof concludeert dat de grieven van [Appellant] falen en dat het vonnis waarvan beroep moet worden bekrachtigd.
De kosten van het hoger beroep worden toegewezen aan Pre Wonen, waarbij de kosten voor verschotten en het salaris van de advocaat zijn begroot op respectievelijk € 640,- en € 894,-.