ECLI:NL:GHAMS:2011:BU6627
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- J.P. Fokker
- I.A. Katz-Soeterboek
- P.L.R. Wefers Bettink
- Rechtspraak.nl
Schorsing van het geding in hoger beroep en de gevolgen van ontbinding van een rechtspersoon
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam, is op 22 november 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep met zaaknummer 200.049.457. De appellant, wonende te [woonplaats], heeft in de hoofdzaak geprocedeerd tegen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [bedrijf X], gevestigd te [vestigingsplaats]. De advocaat van de appellant is mr. B. van Nimwegen, terwijl mr. S. Karakaya-Pilavci de advocaat van [bedrijf X] is. De procedure betreft een verzoek tot schorsing van het geding door [bedrijf X], die niet als belanghebbende kan worden aangemerkt volgens de rechtsoverwegingen van het hof. Het hof heeft geoordeeld dat er geen sprake is van een overgang van de zeggenschap over het procesbeleid, waardoor de procedure niet geschorst kan worden. De kosten van het incident zijn aan de zijde van de appellant op nihil gesteld, omdat hij niet heeft gereageerd op het verzoek van [bedrijf X]. In de hoofdzaak is de zaak verwezen voor memorie van antwoord in het incidenteel appel aan de zijde van de appellant.
Het hof heeft in zijn overwegingen ook aandacht besteed aan de ontbinding van [bedrijf X], die op 29 september 2010 heeft plaatsgevonden. Het hof heeft vastgesteld dat de ontbinding van een rechtspersoon niet automatisch betekent dat deze niet meer bestaat, zoals bepaald in artikel 2:19 lid 5 van het Burgerlijk Wetboek. De beslissing van het hof houdt in dat de procedure niet is geschorst en dat [bedrijf X] in de proceskosten wordt veroordeeld. De zaak is verder verwezen naar de roldatum van 20 december 2011 voor het nemen van een memorie van antwoord in het incidenteel appel door de appellant.