ECLI:NL:GHAMS:2011:BR4729
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- M.M.A. Gerritzen-Gunst
- C.E. Buitendijk
- J.W. van Zaane
- Rechtspraak.nl
Begeleide omgang tussen vader en minderjarige met dwangsom voor moeder
In deze beschikking van 22 februari 2011, uitgesproken door het Gerechtshof Amsterdam, werd een zaak behandeld over de omgang tussen een vader en zijn minderjarige dochter. De moeder, die in hoger beroep was, verzette zich tegen de omgang en voerde aan dat dit schadelijk zou zijn voor de ontwikkeling van de minderjarige. De vader had eerder verzoeken ingediend om de omgang te regelen, maar de moeder weigerde hieraan mee te werken. Het hof oordeelde dat de moeder haar bezwaren niet voldoende had onderbouwd en dat de weigerachtige houding van de moeder in strijd was met het belang van de minderjarige. Het hof besloot dat de omgang tussen de vader en de minderjarige moest plaatsvinden onder begeleiding van het Omgangshuis Noord-Holland. De moeder werd verplicht om haar medewerking te verlenen aan de omgangsregeling, met een dwangsom van € 250,- per keer dat zij in gebreke bleef, tot een maximum van € 25.000,-. De zaak werd pro forma aangehouden tot 17 juli 2011, waarbij het hof verzocht om een evaluatie van de omgangsregeling door het Omgangshuis. De beslissing was gebaseerd op het advies van de Raad voor de Kinderbescherming, die had gesteld dat omgang in het belang van de minderjarige was, maar dat dit geleidelijk moest worden opgebouwd. Het hof benadrukte het belang van een ongestoorde relatie met de niet-verzorgende ouder voor de ontwikkeling van het kind.