ECLI:NL:GHAMS:2011:BR3751

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
27 juli 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
23-000450-10
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hotelovernachting zonder betaling: oplichting

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 27 juli 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, die op 17 januari 2010 bij de politie verklaarde dat hij tijdens het inchecken in het Bulldog hotel een verzonnen verhaal had opgehangen om een sleutel te verkrijgen, werd beschuldigd van oplichting. Het hof oordeelde dat de verdachte zich bewust was van de noodzaak om de sleutel te verkrijgen om toegang te krijgen tot het hotel. De verdachte had het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door de medewerker van het hotel te misleiden, wat voldeed aan de delictsomschrijving van artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht. Het hof bevestigde het vonnis van de politierechter, maar stelde de bewijsoverweging van de politierechter terzijde en vulde het toepasselijke wettelijke voorschrift aan met artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht. De beslissing van het hof was gebaseerd op het onderzoek dat had plaatsgevonden tijdens de zittingen in eerste aanleg en hoger beroep, waarbij de vordering van de advocaat-generaal om het vonnis te bevestigen werd meegenomen. Het hof concludeerde dat de verdachte schuldig was aan de tenlastegelegde feiten en bevestigde het vonnis van de politierechter.

Uitspraak

parketnummer: 23-000450-10
datum uitspraak: 27 juli 2011
TEGENSPRAAK
ARREST VAN HET GERECHTSHOF AMSTERDAM
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 26 januari 2010 in de strafzaak onder parketnummer 13-650087-10 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1975],
thans uit anderen hoofde gedetineerd in PI Vught - Nieuw Vosseveld 1 VBA te Vught.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg van 26 januari 2010 en op de terechtzitting in hoger beroep van 13 juli 2011.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis van de politierechter bevestigd wordt.
Vonnis waarvan beroep
Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen met dien verstande dat het hof:
- de bewijsoverweging van de politierechter onder 3. van het vonnis waarvan beroep terzijde stelt en vervangt door de hieronder opgenomen bewijsoverweging;
- het toepasselijke wettelijke voorschrift aanvult met artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht, zoals hieronder opgenomen.
Bewijsoverweging
De verdachte heeft op 17 januari 2010 (doorgenummerde pagina 06 e.v.) bij de politie - kort gezegd - verklaard dat het Bulldog hotel hem tijdens het inchecken zei "dat ze me niet zomaar een sleutel gaven en dat hij "toen maar een lul verhaal heeft opgehangen".
Ter zitting van het hof heeft de verdachte aangegeven dat het "lul verhaal", zoals ten laste gelegd, klopt en dat hij zich realiseerde dat hij zonder de afgifte van die sleutel geen toegang tot het door hem gewenste appartement in het Bulldog Hotel kon verkrijgen.
Hieruit leidt het hof af dat de verdachte zich er van bewust was dat afgifte door de medewerker en verkrijging door verdachte van een sleutel de noodzakelijke voorwaarde was teneinde in dat hotel te kunnen overnachten.
Aldus had de verdachte het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen toen hij door bovenbedoeld verzonnen verhaal - het samenweefsel van verdichtsels zoals ten laste gelegd en bewezen verklaard - de medewerker van het hotel bewoog tot afgifte van die sleutel, welke sleutel enig goed betreft als wordt genoemd in de delictsomschrijving in artikel 326 Sr. Dat het daaropvolgende gebruik van het appartement door de verdachte geen goed in de zin van artikel 326 Sr oplevert, zoals de raadsman terecht heeft gesteld, doet daaraan niet af, evenmin als het feit dat volgens de verdachte geen sprake is geweest van een metalen sleutel maar van een plastic kaartje met een magneetstrip.
Toepasselijke wettelijk voorschriften
De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 63 en 326 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de zesde meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.M.H.P. Houben, mr. E. Mijnsberge en mr. P.M. Brilman, in tegenwoordigheid van mr. J. Mulder, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 27 juli 2011.