ECLI:NL:GHAMS:2011:BQ8071
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- G.C.C. Lewin
- J.C. Toorman
- W.J. Noordhuizen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake dwaling en toerekenbare tekortkoming tussen Stout Beheer B.V. en Gemeente Alblasserdam
In deze zaak, die voortvloeit uit een eerder arrest van de Hoge Raad van 11 juli 2008, heeft Stout Beheer B.V. (hierna: Stout) de Gemeente Alblasserdam (hierna: de Gemeente) aangeklaagd wegens dwaling en toerekenbare tekortkoming. Stout verwijt de Gemeente dat deze een onjuiste indruk heeft gewekt over de voorwaarden voor het lichten van een optie op een kavel, namelijk dat een bouwvergunning vereist was. Deze onjuiste indruk heeft de Gemeente, volgens Stout, ook na ontvangst van een brief van Stout op 11 mei 2000, laten voortduren tot na het verstrijken van de termijn voor het uitoefenen van de optie. Stout heeft in het geding een schadevergoeding gevorderd van € 164.694,99, vermeerderd met rente en kosten, welke vordering door de rechtbank was afgewezen.
Tijdens de pleidooien op 19 mei 2011 heeft Stout zijn standpunt verder toegelicht, waarbij de advocaat van Stout, mr. W.M. van den Pol, pleitnotities heeft overgelegd. De Gemeente werd vertegenwoordigd door mr. H.A.H.W. Meijer. Het hof heeft in zijn beoordeling de rechtsgronden van de vordering van Stout aangevuld, waarbij het hof de Gemeente in de gelegenheid heeft gesteld om te reageren op deze aanvulling. Het hof heeft vastgesteld dat de Gemeente mogelijk tekortgeschoten is in haar verplichtingen voortvloeiend uit het eerste optiecontract en de redelijkheid en billijkheid, en dat dit kan leiden tot schadevergoeding aan Stout.
De beslissing van het hof was om de zaak naar de rol van 28 juni 2011 te verwijzen voor een akte aan de zijde van de Gemeente, waarbij verdere beslissingen zijn aangehouden. Dit arrest is uitgesproken in het openbaar op 31 mei 2011 door de rolraadsheer.