ECLI:NL:GHAMS:2011:BQ1162
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- J.C. Toorman
- W.J. Noordhuizen
- G.C.C. Lewin
- Rechtspraak.nl
Erfdienstbaarheid en recht van overpad in hoger beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam, waarin de rechtbank de vorderingen van [appellant] heeft afgewezen. [Appellant] vorderde het recht van overpad over het perceel van [geïntimeerde], omdat hij stelde dat hij geen toegang had tot zijn perceel. De rechtbank oordeelde echter dat [appellant] gebruik kan maken van een strook grond die eigendom is van Staatsbosbeheer, waardoor hij geen beroep kan doen op de erfdienstbaarheid.
Bij dagvaarding van 17 maart 2010 is [appellant] in hoger beroep gekomen van het vonnis van 23 december 2009. In zijn memorie van grieven heeft hij twee grieven aangevoerd en verzocht om het vonnis te vernietigen. [Geïntimeerde] heeft in zijn memorie van antwoord de grieven bestreden en verzocht om bekrachtiging van het vonnis.
Het hof heeft vastgesteld dat de rechtbank de feiten correct heeft vastgesteld en dat er geen geschil bestaat over deze feiten. Het hof concludeert dat [appellant] inderdaad gebruik kan maken van de strook grond van Staatsbosbeheer, en dat hij daarom geen recht heeft op de erfdienstbaarheid. De primaire vordering van [appellant] wordt afgewezen, evenals de subsidiaire vordering tot aanwijzing van een noodweg.
Het hof bekrachtigt de bestreden vonnissen en veroordeelt [appellant] in de proceskosten van het hoger beroep. De kosten worden uitvoerbaar bij voorraad verklaard.