ECLI:NL:GHAMS:2011:BQ0993
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- A.P.M. van Rijn
- J.P.A. Boersma
- J.P. Kruimel
- Rechtspraak.nl
Schending hoorplicht leidt tot terugwijzing van de zaken naar de heffingsambtenaar
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 7 april 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de uitspraken van de rechtbank Amsterdam met betrekking tot aanslagen reinigingsrecht bedrijfsvuil voor de jaren 2007 en 2008. De belanghebbende, vertegenwoordigd door haar gemachtigde, had bezwaar gemaakt tegen de aanslagen die door de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam waren opgelegd. De heffingsambtenaar had de aanslagen opgelegd zonder de belanghebbende te horen, ondanks een expliciet verzoek daartoe in de bezwaarschriften. Het Hof oordeelde dat de hoorplicht, zoals vastgelegd in artikel 7:2 van de Algemene wet bestuursrecht, niet was nageleefd. Dit leidde tot de conclusie dat de uitspraken van de rechtbank niet in stand konden blijven. Het Hof vernietigde de uitspraken van de rechtbank en verklaarde de beroepen gegrond. De zaken werden terugverwezen naar de heffingsambtenaar, die de belanghebbende alsnog in de gelegenheid moest stellen om gehoord te worden voordat er een beslissing op de bezwaren werd genomen. Tevens werd de heffingsambtenaar opgedragen het betaalde griffierecht van € 298 aan de belanghebbende te vergoeden. De uitspraak benadrukt het belang van de hoorplicht in bestuursrechtelijke procedures en de rechten van belanghebbenden om gehoord te worden.