ECLI:NL:GHAMS:2011:BP6972
Gerechtshof Amsterdam
- Verzet
- J.P.A. Boersma
- E.J.P.M. Grotenhuis
- Rechtspraak.nl
Ongegrond verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring in hoger beroep wegens termijnoverschrijding
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 10 februari 2011 uitspraak gedaan over het verzet van belanghebbende tegen een eerdere niet-ontvankelijk verklaring in hoger beroep. Belanghebbende had op 24 september 2010 een beroepschrift ingediend tegen een uitspraak van de rechtbank Haarlem, maar dit beroepschrift was niet tijdig ontvangen. De termijn voor het indienen van het hoger beroep was begonnen op 10 augustus 2010 en eindigde op 21 september 2010. Het Hof oordeelde dat de vergissing van belanghebbende bij het bepalen van de indieningstermijn niet voldoende was om aan te nemen dat zij niet in verzuim was. Het niet zoeken naar een belangenbehartiger werd als een omstandigheid beschouwd die voor rekening van belanghebbende kwam. Tijdens de zitting op 27 januari 2011 was alleen de echtgenoot van belanghebbende aanwezig, terwijl belanghebbende zelf niet verscheen. Het Hof concludeerde dat de psychische gesteldheid van belanghebbende niet zodanig was dat dit haar verhinderde om tijdig een belangenbehartiger te zoeken. Het verzet werd dan ook ongegrond verklaard, en belanghebbende werd gewezen op de mogelijkheid om binnen zes weken beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en de beslissing werd vastgesteld door mr. J.P.A. Boersma, lid van de belastingkamer, in aanwezigheid van griffier E.J.P.M. Grotenhuis.