zaaknummer 200.052.554/01
8 februari 2011 (bij vervroeging)
GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
DERDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER
1. de vennootschap onder firma
[X],
gevestigd te [vestigingsplaats],
2. [APPELLANT SUB 2],
wonende te [woonplaats],
3. [APPELLANT SUB 3],
wonende te [woonplaats],
APPELLANTEN,
advocaat: mr. A.J. Aldenhoven te Oss,
de stichting
STICHTING RADIO NEDERLAND WERELDOMROEP,
gevestigd te Hilversum,
GEÏNTIMEERDE,
advocaat: mr. J.P. van den Brink te Amsterdam.
1. Het geding in hoger beroep
De partijen worden hierna [appellanten] en Wereldomroep genoemd.
Bij dagvaarding van 4 december 2009 zijn [appellanten] in hoger beroep gekomen van het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 9 september 2009, in deze zaak onder
zaak-/rolnummer 413081/HA ZA 08-3254 gewezen tussen hen als eisers en Wereldomroep als gedaagde.
Bij memorie van grieven hebben [appellanten] vier grieven tegen het vonnis aangevoerd, bewijs aangeboden en geconcludeerd, zakelijk weergegeven, dat het hof het vonnis zal vernietigen en, uitvoerbaar bij voorraad, hun vorderingen alsnog zal toewijzen en Wereldomroep zal veroordelen in de kosten van het geding in beide instanties en tot terugbetaling van hetgeen [appellanten] uit hoofde van het bestreden vonnis aan Wereldomroep hebben voldaan.
Bij memorie van antwoord heeft Wereldomroep de grieven bestreden, producties in het geding gebracht en geconcludeerd, zakelijk weergegeven, dat het hof het vonnis zal bekrachtigen en [appellanten] hoofdelijk zal veroordelen, uitvoerbaar bij voorraad, in de kosten van het hoger beroep.
Op 25 januari 2011 hebben voornoemde advocaten de zaak bepleit aan de hand van pleitnotities. De pleitnotities zijn overgelegd. Tevens zijn bij die gelegenheid de hierna onder rov. 2.2 sub c en d in transcriptie weergegeven fragmenten van de uitzending van het programma "Onderweg" beluisterd.
Ten slotte is arrest gevraagd.
2.1 De rechtbank heeft in onder rov. 2.1 tot en met 2.6 van het vonnis feiten vastgesteld. Daarover bestaat geen geschil, zodat ook het hof van die feiten zal uitgaan.
2.2 Het gaat in deze zaak om het volgende.
a. [appellanten] exploiteren een transportbedrijf dat zich met name richt op vervoer van goederen over de weg van Nederland naar Italië en vice versa.
b. Wereldomroep zendt via de korte golf een radioprogramma uit, genaamd "Onderweg", dat zich richt op Nederlandse vrachtwagenchauffeurs in Europa. Het programma biedt informatie over de situatie op de wegen en bestaat voor een groot deel uit bijdragen van luisteraars, ingezonden per sms of e-mail, bijvoorbeeld met nieuws over verkeerssituaties of andere transportgerelateerde informatie en verzoekjes.
c. Op 8 juli 2008 werd in het programma "Onderweg" een sms-bericht van een luisteraar voorgelezen:
"En dan was het gisteravond ook nog heel gezellig met Johnny Walker en de zes chauffeurs van [X], die door inkrimping op straat zijn gekomen. Welkom bij [y]."
Daaraan werd door de presentator het volgende toegevoegd:
"Dat is collegialiteit zegt Don Fredrik. Nou, we zeiden het al we hebben behoefte aan collegialiteit op de weg, natuurlijk. Want het is al ... ja, dat is vaak ver te zoeken. Dit is dus erg mooi, het ene bedrijf houdt ermee op en het andere bedrijf neemt mensen over, dat vind ik hartstikke leuk."
d. Aan het eind van de middag van 8 juli 2008 ontvingen de makers van het programma een e-mail van een andere luisteraar, die meldde dat de inhoud van het voorgelezen sms-bericht onjuist was. In de uitzending van 9 juli 2008 heeft de presentator het volgende medegedeeld:
"D'r is iets gisteren gemeld in de uitzending, en [A] oftewel 'Olandese Volante' uit [plaats], uh, die was daar heel erg geschokt door. Hij legt de fout niet zozeer bij ons, want iemand heeft het bericht opgestuurd en, ja, wij zijn uiteindelijk ook een soort van doorgeefluik, zo kun je het eigenlijk wel zeggen. Uhm, hij zegt: ik werd vanmorgen, en dat was dus
gisteren, door twee collega's gebeld die helemaal perplex waren van het bericht dat [y] [X] zou hebben overgenomen. Dat is absoluut niét waar, staat er met koeienletters, dikke koeienletters zelfs, en op dit moment was het ook zeer ongepast. Omdat uh maandag dus onze collega en vriend [Z] is gecremeerd. We hebben daar aandacht aan besteed natuurlijk in de uitzendingen van 'Onderweg'. En daarbij was [X] zelf dus ook aanwezig, samen met nog enkele ex-chauffeurs, en [Z] reed de laatste drie-en-een-half jaar bij ons, dus bij [y]. Maar daarvóór heeft hij ongeveer zes jaar bij [X] gereden. We waren het er gisteren met z'n allen over eens dat het een erg mooi en goed afscheid was en dat er zo veel collega's en vrienden en bekenden van 'Onderweg' toch afscheid kwamen nemen van [Z]. D'r stonden zelfs enkele vrachtwagens voor het crematorium. Dus om een lang verhaal kort te maken, welke onverlaat, en dat zeg ik zelf ook een beetje boos dan, welke onverlaat denkt grappig te zijn met dit bericht, want je hebt het hartstikke mis d'rmee. Met in ieder geval een vriendelijke groet, dank je wel, [A], [A] dus, 'Olandese Volante'. Ja, als je meent dat soort grappen uit te moeten halen, wij kunnen het van tevoren niet controleren, maar, je maakt er om te beginnen geen vrienden mee. En zoals je wellicht weet, checken wij toch altijd achteraf eventjes wie eventueel zo'n bericht heeft opgestuurd, en ehm, berichten die voortaan van dat telefoonnummer komen, worden dan ook niet meer voorgelezen. Ik kan je rustig zeggen, we hebben hier een kleine zwarte lijst aan de muur hangen en er zijn een paar nummers van mensen die soms dermate grof of kwetsend uit de hoek komen dat hun berichten gewoon niet meer voorgelezen worden in de uitzending. Dus, ik ga hier nog wel eventjes achteraan, [A], misschien is het wel gewoon een fout geweest van iemand en eh, ja, zit die er nu ook ongelooflijk van te balen, maar eh, we gaan in ieder geval eventjes kijken wie het geweest is. Dan ga ik door naar de volgende ..."
e. Bij brief van 16 juli 2008 heeft de advocaat van
[appellanten] aan Wereldomroep laten weten dat [appellanten] de mededelingen in het radioprogramma "Onderweg" op
8 juli 2008, die zijn verspreid zonder eerst te zijn gecontroleerd, onrechtmatig acht en heeft hij Wereldomroep aansprakelijk gesteld voor de ten gevolge van de uitzending door [appellanten] geleden materiële en immateriële schade.
f. Partijen hebben nadien met elkaar gecorrespondeerd, maar zijn niet tot een oplossing van het geschil gekomen.
2.3 In dit geding hebben [appellanten] gevorderd, zakelijk weergegeven, dat voor recht wordt verklaard dat Wereldomroep aansprakelijk is voor de door [appellanten] geleden en te lijden schade ten gevolge van de op 8 juli 2008 door Wereldomroep gepleegde onrechtmatige daad en dat [X] wordt veroordeeld tot schadevergoeding, op te maken bij staat, tot betaling van een voorschot van € 25.000,-, en in de proceskosten. De rechtbank heeft de vorderingen afgewezen. Daartegen is het hoger beroep gericht met vier grieven die zich voor gezamenlijke bespreking lenen.
2.4 In de uitzending van 8 juli 2008 was voldoende duidelijk dat de presentator een bericht van een luisteraar voorlas. Daarbij werd vermeld dat de verzender van het bericht zich Don Fredrik noemde. Het moet de luisteraar in redelijkheid duidelijk zijn geweest dat Wereldomroep bij de mededeling dat zes chauffeurs van [appellanten] werden overgenomen door [Y], afging op het door Wereldomroep van een luisteraar ontvangen bericht. Er was derhalve geen sprake van berichtgeving op basis van eigen nieuwsgaring door journalisten van Wereldomroep en dat was voor de gemiddelde luisteraar ook duidelijk.
2.5 [Appellanten] hebben gesteld dat [Y] de grote concurrent en aartsrivaal van [appellanten] is en dat het daarom voor [appellanten] een zeer grote afgang is als chauffeurs van hen worden overgenomen door [Y].
Zij hebben echter niet gesteld dat Wereldomroep dit wist. Voorzover zij hebben betoogd dat Wereldomroep dit had behoren te weten, wordt dit betoog verworpen, nu daarmee te hoge eisen worden gesteld aan de kennis die van redelijk bekwame en redelijk handelende makers van een radio-programma mag worden verwacht over (de werkgevers van) de doelgroep voor wie zij het programma maken.
2.6 Het sms-bericht legt op het eerste gezicht de nadruk op een gezellig samenzijn van chauffeurs en op de voor chauffeurs positief te waarderen omstandigheid dat chauffeurs die hun baan verliezen, welkom zijn bij een ander bedrijf. Het bericht vermeldt weliswaar ook dat [X] een inkrimping doormaakt en dat [Y] chauffeurs van [X] in dienst neemt, maar die omstandigheden, die betrekking hebben op de werkgevers van het luisterend publiek en dus slechts indirect op dat publiek zelf, worden niet gepresenteerd als de centrale boodschap van het bericht.
2.7 Niet is gesteld of gebleken dat Wereldomroep tijdens de uitzending van 8 juli 2008 wist dat de mededeling dat zes chauffeurs van [X] door inkrimping op straat waren komen te staan en welkom waren bij [Y], onwaar was.
Mede gelet op hetgeen hiervoor onder onder 2.5 en 2.6 is overwogen, behoefde Wereldomroep redelijkerwijs ook niet bedacht te zijn op de mogelijkheid dat die mededeling onwaar was en/of dat de bedoeling ervan was [appellanten] schade te berokkenen. De programmamakers waren bij de voorlezing van het bericht dus te goeder trouw.
Indien de mededeling nadeel voor [appellanten] tot gevolg heeft gehad, behoefde Wereldomroep dat ook redelijkerwijs niet te voorzien. Daarom is de uitzending van die mededeling niet onrechtmatig. Indien de mededeling onwaar was en de verzender van het sms-bericht het doel had [appellanten] schade te berokkenen, doen die omstandigheden niet af aan voormeld oordeel. Evenmin doet aan voornoemd oordeel af dat uitzending van de mededeling niet was bedoeld om een sociale misstand aan de kaak te stellen en dat uitzending van de mededeling niet spoedeisend was, zodat er in zoverre geen belemmeringen waren om de mededeling bij [appellanten] te verifiëren. Ten slotte doet aan het voorgaande ook niet af dat de programmamakers "Don Fredrik" niet kenden, nu de opzet van het programma inhield dat berichten van (onbekende) luisteraars worden voorgelezen en, zoals hiervoor is overwogen, Wereldomroep redelijkerwijs niet bedacht behoefde te zijn op de mogelijkheid dat het bericht onwaar was.
2.8 De toevoeging van de presentator dat hij het hartstikke leuk vindt, kon door de luisteraars in redelijkheid niet anders worden opgevat dan dat de presentator het leuk vindt dat de werknemers van een bedrijf dat ermee ophoudt, niet werkloos behoeven te worden, maar in dienst kunnen treden van een ander bedrijf, en dus niet dat hij het leuk vindt dat een bedrijf "wint" door werknemers over te nemen van een "verliezende" concurrent die ten onder gaat. Deze toevoeging is daarom evenmin onrechtmatig.
2.9 In de uitzending van 9 juli 2008 werd duidelijk gemaakt dat een luisteraar geschokt was doordat in de uitzending van
8 juli 2008 een bericht was voorgelezen waarin werd medegedeeld dat [Y] [X] zou hebben overgenomen, welke mededeling volgens die luisteraar stellig onwaar is. Voorts blijkt uit het commentaar van de presentator dat deze denkt dat de gestelde overname bij wijze van misplaatste grap of als gevolg van een fout in het sms-bericht was vermeld. De mededelingen van 9 juli 2008 werden niet op verzoek van [appellanten] gedaan, maar naar aanleiding van een bijdrage van een luisteraar, overeenkomstig de opzet van het programma. De mededelingen waren tamelijk uitgebreid en verklarend en waren geschikt om eventuele nadelige gevolgen van de uitzending van 8 juli 2008 voor [appellanten] weg te nemen of te verminderen.
Indien de uitzending van 8 juli 2008 al onrechtmatig geacht kan worden - hetgeen gelet op het voorgaande niet het geval is - werd die onrechtmatigheid weggenomen door de mededelingen in de uitzending van 9 juli 2008.
2.10 Gelet op het voorgaande zijn de verwijten die [appellanten] bij de toelichting op grief 4 naar voren hebben gebracht ten aanzien van de uitzending van 9 juli 2008, niet terecht. Ook het verwijt dat in de uitzending van
9 juli 2008 niet eerder dan rond 11.30 uur aandacht aan de kwestie is besteed, hoewel de uitzending kort na 10.00 uur was begonnen, is niet terecht. Wereldomroep mocht redelijkerwijs het tijdstip rond 11.30 uur, toen nog steeds het programma "Onderweg" werd uitgezonden, geschikt achten om daarvoor te gebruiken.
2.11 Ook voor het overige is niets gesteld of gebleken dat de conclusie kan rechtvaardigen dat Wereldomroep onrechtmatig jegens [appellanten] heeft gehandeld. De vorderingen van [appellanten] zijn dus terecht afgewezen. Het hof komt daarom niet toe aan beoordeling van de vraag of toewijzing van de vorderingen een ongeoorloofde beperking zou opleveren van de bij art. 10 EVRM gewaarborgde uitingsvrijheid.
2.12 De grieven behoeven voor het overige geen bespreking. Het bestreden vonnis dient te worden bekrachtigd. [appellanten] zullen als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van het hoger beroep.
bekrachtigt het bestreden vonnis;
veroordeelt [appellanten] hoofdelijk, in die zin dat voor zover een van hen betaalt, de anderen zullen zijn bevrijd, in de kosten van het geding in hoger beroep en begroot die kosten, voor zover tot heden aan de zijde van Wereldomroep gevallen, op € 750,- aan verschotten en € 3.474,- aan salaris van de advocaat;
verklaart de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mrs. R.H. de Bock, G.C.C. Lewin en H.J.M. Boukema en in het openbaar door de rolraadsheer uitgesproken op 8 februari 2011.