Uitspraak
mr. H.Th. Schravenmade, te Maarssenbroek, gemeente Maarssen,
mr. J.F. Ouweland,te Amsterdam.
Het geding in hoger beroep
2.Beoordeling
3.Beslissing
2. In hoeverre wordt de in vraag 1. bedoelde waarde mede bepaald door aanwezige pensioenverplichtingen en andere schulden?
3. In hoeverre zijn de ebitda en de “discounted cash flow” van de divisie en mogelijk aanwezige stille reserves voor die waardebepaling van belang?
4. In hoeverre moet de waardering zoals blijkend uit de brief van 27 februari 2007 van geïntimeerde aan appellant en de brief van 1 oktober 2007 van Deloitte & Touche LLP aan TBG Holdings als juist worden beschouwd?
vóór 1 oktober 2011kopieën van de overige gedingstukken en – voor zover mogelijk – de andere door de deskundige noodzakelijk geachte stukken aan de deskundige zullen doen toekomen.