ECLI:NL:GHAMS:2010:BX5740
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van poging tot doodslag en bedreiging in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 14 december 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De verdachte was aangeklaagd voor poging tot doodslag en bedreiging van zijn ex-vrouw, mevrouw [slachtoffer], op 26 september 2008 te Amstelveen. De tenlastelegging omvatte onder andere het drukken van een kussen op het hoofd van de aangeefster en het dichtknijpen van haar keel. Tijdens de rechtszittingen zijn de verklaringen van zowel de verdachte als de aangeefster kritisch beoordeeld. De verdachte had aanvankelijk een bekentenis afgelegd, maar trok deze later in. De aangeefster had een summiere aangifte gedaan en haar verklaringen waren inconsistent en vaag. Het hof concludeerde dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen voor de tenlasteleggingen. De verklaringen van de aangeefster waren niet betrouwbaar genoeg om tot een veroordeling te komen. Het hof sprak de verdachte vrij van zowel poging tot doodslag als bedreiging, omdat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat de verdachte de hem ten laste gelegde feiten had gepleegd. Het hof vernietigde het eerdere vonnis van de rechtbank en deed opnieuw recht, waarbij de verdachte werd vrijgesproken van alle beschuldigingen.