ECLI:NL:GHAMS:2010:BX5735
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- J.A.M. de Wit
- N. van Wijnen-Vergeer
- M.J.G.B. Heutink
- Rechtspraak.nl
Bevestiging vonnis rechtbank Amsterdam in hoger beroep met betrekking tot doodslag en vrijspraak van moord
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 8 maart 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 1 april 2009. De verdachte was in eerste aanleg veroordeeld voor een strafbaar feit dat verband hield met de dood van een persoon. Het hof bevestigde het vonnis van de rechtbank, maar met een belangrijke nuance: de verdachte werd vrijgesproken van de impliciet ten laste gelegde moord, omdat er geen sprake was van 'met voorbedachte rade'. In plaats daarvan werd de verdachte veroordeeld voor doodslag.
De advocaat-generaal had in hoger beroep een gevangenisstraf van tien jaar geëist. Het hof heeft de argumenten van zowel de advocaat-generaal als de verdediging in overweging genomen. De verdediging had het standpunt van de eerste aanleg gehandhaafd, maar het hof oordeelde dat er geen noodzaak was om getuigen te horen, gezien de reeds beschikbare bewijsmiddelen.
Het arrest is gewezen door de zevende meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarin drie rechters zitting hadden. De uitspraak vond plaats tijdens een openbare terechtzitting, waarbij ook de griffier aanwezig was. De zaak is behandeld op basis van het onderzoek dat heeft plaatsgevonden tijdens de zittingen in zowel eerste aanleg als hoger beroep.