ECLI:NL:GHAMS:2010:BX5735

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
8 maart 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
23-001827-09
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging vonnis rechtbank Amsterdam in hoger beroep met betrekking tot doodslag en vrijspraak van moord

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 8 maart 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 1 april 2009. De verdachte was in eerste aanleg veroordeeld voor een strafbaar feit dat verband hield met de dood van een persoon. Het hof bevestigde het vonnis van de rechtbank, maar met een belangrijke nuance: de verdachte werd vrijgesproken van de impliciet ten laste gelegde moord, omdat er geen sprake was van 'met voorbedachte rade'. In plaats daarvan werd de verdachte veroordeeld voor doodslag.

De advocaat-generaal had in hoger beroep een gevangenisstraf van tien jaar geëist. Het hof heeft de argumenten van zowel de advocaat-generaal als de verdediging in overweging genomen. De verdediging had het standpunt van de eerste aanleg gehandhaafd, maar het hof oordeelde dat er geen noodzaak was om getuigen te horen, gezien de reeds beschikbare bewijsmiddelen.

Het arrest is gewezen door de zevende meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarin drie rechters zitting hadden. De uitspraak vond plaats tijdens een openbare terechtzitting, waarbij ook de griffier aanwezig was. De zaak is behandeld op basis van het onderzoek dat heeft plaatsgevonden tijdens de zittingen in zowel eerste aanleg als hoger beroep.

Uitspraak

parketnummer: 23-001827-09
datum uitspraak: 8 maart 2010
TEGENSPRAAK
ARREST VAN HET GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 1 april 2009 in de strafzaak onder parketnummer 13-523345-08 tegen
[VERDACHTE],
geboren te [GEBOORTEPLAATS] op [GEBOORTEDATUM],
thans gedetineerd in P.I.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg van 18 maart 2009 en op de terechtzitting in hoger beroep van 22 februari 2010.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het hem ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 (tien) jaar.
Vonnis waarvan beroep
Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen met dien verstande dat het hof:
- aan de overwegingen onder 3.1, 5.2 en 6.2 weergegeven, toevoegt:
De advocaat-generaal heeft zich in hoger beroep op hetzelfde standpunt gesteld als hierboven weergegeven.
- aan de overweging onder 7.1 weergegeven, toevoegt:
De advocaat-generaal heeft in hoger beroep bij requisitoir een gevangenisstraf voor de duur van 10 (tien) jaar gevorderd.
- aan de overwegingen onder 3.2, 5.1, 6.1 en 7.2 weergegeven, toevoegt:
De verdediging heeft het hierboven weergegeven standpunt in hoger beroep gehandhaafd.
- aan de overweging onder 4.2 weergegeven toevoegt:
Wellicht ten overvloede overweegt het hof dat er geen noodzaak is tot het horen van de getuige [getuige] gelet op de gebruikte bewijsmiddelen.
Beslissing
Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep, met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de zevende meervoudige strafkamer van het gerechtshof te Amsterdam, waarin zitting hadden mr. J.A.M. de Wit, mr. N. van Wijnen-Vergeer en
mr. M.J.G.B. Heutink, in tegenwoordigheid van mr. M.C.M. Winkels, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 8 maart 2010.