ECLI:NL:GHAMS:2010:BR3042
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- H.L.L. Neervoort Briët
- H.S.G. Verhoeff
- S.F.M. Wortmann
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot gezamenlijk gezag van de vader die nimmer het gezag gezamenlijk met de moeder heeft uitgeoefend
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 26 oktober 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek tot gezamenlijk gezag van de vader over zijn kind, dat hij nooit eerder gezamenlijk met de moeder heeft uitgeoefend. De moeder is in hoger beroep gekomen van een beschikking van de rechtbank Amsterdam van 17 februari 2010. Tijdens de zitting zijn beide ouders verschenen, bijgestaan door hun advocaten, en zijn ook vertegenwoordigers van de Stichting Bureau Jeugdzorg en de Raad voor de Kinderbescherming aanwezig geweest.
Het hof heeft overwogen dat er geen onaanvaardbaar risico is dat het kind klem of verloren zal raken tussen de ouders. Hoewel er strijd is geweest over de omgangsregeling en de communicatie tussen de ouders verstoord is, is de moeder niet tegen omgang tussen het kind en de vader. De omgangsregeling, die door de rechtbank is vastgesteld, wordt nageleefd. Het hof benadrukt het belang van het strikt naleven van deze regeling om verdere conflicten te voorkomen.
De moeder heeft gesteld dat de communicatie tussen de ouders problematisch is en dat de vader niet meewerkt aan hulpverlening. Het hof heeft echter geoordeeld dat de moeder deze stellingen niet aannemelijk heeft gemaakt. Het welzijn van het kind is voldoende gewaarborgd door de ondertoezichtstelling die op 9 maart 2010 is uitgesproken. Het hof heeft geen reden gezien om de beslissing op het verzoek van de moeder aan te houden en heeft het verzoek van de moeder om het inleidend verzoek van de vader af te wijzen, afgewezen.
De beschikking van het hof bevestigt de eerdere beslissing van de rechtbank en wijst het verzoek van de moeder af. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de rechters en de griffier.