ECLI:NL:GHAMS:2010:BO4070
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen proces-verbaal van zitting niet-ontvankelijk verklaard
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 11 november 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep met zaaknummer 10/00414. De zaak betreft een verzet tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Haarlem, waarin de belanghebbende niet-ontvankelijk was verklaard in zijn hoger beroep. De belanghebbende had hoger beroep ingesteld tegen de vastlegging in het proces-verbaal van het verhandelde ter zitting van de rechtbank, gedateerd 27 mei 2010. Het Hof oordeelde dat het proces-verbaal geen uitspraak is waartegen hoger beroep kan worden ingesteld, omdat het enkel een vastlegging is van hetgeen ter zitting is verhandeld. De belanghebbende had ter zitting zijn beroep ingetrokken, wat in het proces-verbaal is vastgelegd. Hierdoor was er geen sprake van een uitspraak als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Het Hof benadrukte dat ingevolge artikel 27h van de Algemene wet inzake rijksbelastingen alleen hoger beroep openstaat tegen uitspraken van de rechtbank en niet tegen andere beslissingen, zoals het proces-verbaal in deze zaak. De belanghebbende had niet verzocht om gehoord te worden over het verzet en voerde aan dat de rechtbank op 27 mei 2010 een mondelinge uitspraak had gedaan. Het Hof verwierp dit argument, omdat de vastlegging in het proces-verbaal niet kan worden aangemerkt als een mondelinge uitspraak.
De beslissing van het Hof was dat het verzet ongegrond werd verklaard, en de belanghebbende werd terecht niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep. De uitspraak is openbaar uitgesproken en de belanghebbende heeft de mogelijkheid om binnen zes weken beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.