Bij de behandeling van de klacht wordt van het navolgende uitgegaan:
a. Op 22 december 2007 heeft klaagster een koopovereenkomst gesloten met [B] (hierna: [B]) op basis waarvan klaagster haar woonhuis aan de [adres] (hierna: woonhuis 1) aan [B] heeft verkocht.
b. De koopovereenkomst is tot stand gekomen door tussenkomst van F. Hoekstra, die als makelaar is verbonden aan Top Makelaardij (hierna: de makelaar). Door de makelaar is de koopovereenkomst opgesteld.
c. In de koopovereenkomst is ondermeer het navolgende bepaald:
- de koopprijs van woonhuis 1 bedraagt € 425.000,--.
- op grond van artikel 4 is [B] gehouden voor 1 februari 2008 zekerheid te stellen voor een bedrag van € 42.500,--.
- in artikel 6 is een financieringsvoorbehoud opgenomen waarop [B] tot 25 januari 2008 een beroep kon doen.
d. Eind december 2007 heeft de notaris de koopovereenkomst ontvangen met het verzoek de transportakte op te maken en deze op16 juni 2008 te passeren.
e. Dit dossier is door de notaris ter afwikkeling in handen gegeven van zijn medewerkster, [Z] (hierna: [Z]).
[B] heeft niet voldaan aan haar verplichting tot het stellen van zekerheid vóór 1 februari 2008 . Dit verzuim is eerst op of omstreeks 1 april 2008 door de notaris opgemerkt.
f. Op 11 februari 2008 heeft klaagster het woonhuis aan de [adres] (hierna: woonhuis 2) gekocht. De levering hiervan zou op 21 maart 2008 plaatsvinden.
g. Door bemiddeling van de makelaar is het transport van woonhuis 1 vervroegd naar 18 april 2008.
h. In verband met het feit dat [B] de waarborgsom niet tijdig onder de notaris had gestort, heeft de notaris haar op 1 april 2008 en 7 april 2008 tot nakoming daarvan gesommeerd. Desondanks is [B] haar verplichting ter zake niet nagekomen en heeft zij evenmin woonhuis 1 afgenomen.
i. Op of omstreeks 1 april 2008 heeft de notaris klaagster hierover geïnformeerd en haar tevens medegedeeld dat deze zaak door hem in handen is gesteld van zijn verzekeraar en dat “de verzekeraar de schade aan haar zal vergoeden”.
j. Op 18 april 2008 is op het kantoor van de notaris een bespreking gevoerd over het feit dat de waarborgsom niet door [B] was gestort en de gevolgen daarvan. Bij deze bespreking waren in elk geval de notaris, klaagster, [Y] en de makelaar aanwezig. Volgens klaagster heeft de notaris toen de indruk gewekt dat de door haar geleden schade door hem zou worden voldaan.
Vervolgens is door de notaris een akte van non comparitie opgemaakt.
k. De sub a vermelde koopovereenkomst is op 30 mei 2008 door de notaris namens klaagster ontbonden.
l. Op 7 juni 2008 heeft klaagster met tussenkomst van de makelaar een koopovereenkomst gesloten met [C] op basis waarvan klaagster woonhuis 1 aan [C] heeft verkocht voor een bedrag van € 395.000,--.
m. Volgens klaagster is zij voormelde koopovereenkomst aangegaan, aangezien zowel de makelaar als de notaris op 18 april 2008 hadden verklaard dat het door haar geleden verlies (van € 30.000,--) zou worden vergoed.
n. Op de vraag van klaagster aan de notaris of hij aan haar een voorschot kon uitbetalen - in verband met het feit dat door haar tot 4 augustus 2008 dubbele woonlasten diende te worden opgebracht - heeft de notaris geantwoord dat de verzekeraar er mee had ingestemd dat hij aan haar een bedrag van ten hoogste
€ 5.000,-- zou overmaken en dat hij klaagster daartoe een schriftelijke verklaring diende te laten ondertekenen.
o. De notaris heeft daartoe een akte houdende cessie van vorderingen opgesteld. Aangezien klaagster en de notaris geen overeenstemming hebben bereikt over de inhoud daarvan – voor klaagster was de formulering onbegrijpelijk en de notaris bleef weigerachtig om een bepaling met betrekking tot zijn aansprakelijkheid op te nemen – is de akte niet door klaagster ondertekend.
p. In haar emailbericht van 22 juli 2008 heeft klaagster aan [Z] onder meer het navolgende medegedeeld:”(…) Voor wat de afrekening betreft, ik verzoek u de nota van Top Makelaardij ad € 6.247,50 te verwijderen; dit zal ik zelf betalen c.q. verrekenen. (…)”.
q. Op 23 juli 2008 heeft [Z] aan klaagster gemaild dat de makelaar met voormeld verzoek niet akkoord is gegaan. In haar emailbericht van 23 juli 2008 heeft klaagster het navolgende aan [Z] medegedeeld:”(…) Betreffende de nota van Hoekstra, dit is geen verzoek maar een opdracht. Het bedrag mag niet ingehouden worden. (…)”.
r. Alvorens de transportakte op 4 augustus 2008 zou worden gepasseerd heeft een bespreking plaatsgevonden op het kantoor van de notaris tussen klaagster, [Y], de makelaar en mr. [A], die als kandidaat-notaris verbonden is aan het kantoor van de notaris en door wie de transportakte zou worden verleden.
s. Mr. [A] heeft aanvankelijk geweigerd de transportakte te passeren, aangezien de nota voor de courtagegelden niet was voldaan en hij niet was geïnformeerd over het ter zake door klaagster ingenomen standpunt.
t. Bij vonnis in kort geding van 24 december 2008 heeft de rechtbank Haarlem – voor zover hier van belang - overwogen dat de notaris zijn fout en aansprakelijkheid heeft erkend en heeft zij de notaris en de makelaar onder meer veroordeeld tot betaling aan klaagster van een bedrag van € 2.875,--.
u. Op 23 juli 2009 heeft ten overstaan van voormelde rechtbank een voorlopig getuigenverhoor plaatsgevonden ter gelegenheid waarvan ook de notaris en de makelaar zijn gehoord.