ECLI:NL:GHAMS:2010:BN5107
Gerechtshof Amsterdam
- Versnelde behandeling
- Rechtspraak.nl
Huurgeschil en ontruiming in kort geding met betrekking tot schuldsanering en gebiedsverbod
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam, gaat het om een huurgeschil tussen de stichting Pre Wonen en de huurder, aangeduid als [Geïntimeerde]. De huurovereenkomst tussen partijen dateert van 1 augustus 2005 en is onderworpen aan de Algemene Huurvoorwaarden Huurovereenkomst Zelfstandige Woonruimte van januari 2005. Pre Wonen heeft [Geïntimeerde] op 11 september 2009 gedagvaard wegens een huurachterstand, wat leidde tot een verstekvonnis van de kantonrechter te Haarlem op 23 september 2009, waarin de ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning werd toegewezen. Echter, op 4 november 2009 schorste de voorzieningenrechter de tenuitvoerlegging van dit vonnis, onder de voorwaarde dat het verzoek van [Geïntimeerde] tot schuldsanering zou worden behandeld.
In hoger beroep, ingediend op 3 februari 2010, heeft Pre Wonen de grieven tegen het vonnis van de kantonrechter ingediend, waarin zij de ontruiming van de woning opnieuw vorderde. Het hof heeft vastgesteld dat het verzoek van [Geïntimeerde] tot schuldsanering was afgewezen, waardoor de schorsing van het ontruimingsvonnis verviel. Het hof oordeelde dat Pre Wonen onvoldoende had aangetoond dat zij nog belang had bij de gevorderde ontruiming, aangezien de woning inmiddels al was ontruimd. Bovendien was de vordering tot het opleggen van een gebiedsverbod onvoldoende onderbouwd, gezien de dreiging met brandstichting door [Geïntimeerde].
Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de kantonrechter bekrachtigd en de vordering van Pre Wonen afgewezen, waarbij Pre Wonen werd veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor verhuurders om hun vorderingen goed te onderbouwen, vooral in situaties waarin schuldsanering en andere persoonlijke omstandigheden van de huurder een rol spelen.