ECLI:NL:GHAMS:2010:BN0328
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake aftrekbaarheid van premie voor ANW-vangnetverzekering
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 1 juli 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep over de aftrekbaarheid van een premie voor een ANW-vangnetverzekering. De belanghebbende, die een ANW-vangnetverzekering had afgesloten zonder medewerking van zijn werkgever, stelde dat de betaalde premie als negatief loon moest worden aangemerkt en dat hij recht had op aftrek van deze premie in zijn aangifte inkomstenbelasting. De inspecteur van de Belastingdienst had de aftrek geweigerd, wat leidde tot een geschil dat uiteindelijk bij het Hof belandde.
De belanghebbende had in 2003 een premie van € 959 betaald voor de verzekering, die bedoeld was om een inkomensvoorziening te treffen voor zijn echtgenote na zijn overlijden. Het Hof oordeelde dat er geen causaal verband was tussen de premiebetaling en de dienstbetrekking van de belanghebbende, aangezien de verzekering vrijwillig was afgesloten en de werkgever geen rol speelde in de premiebetaling. Hierdoor kon de premie niet als negatief loon worden aangemerkt.
Daarnaast werd de stelling van de belanghebbende verworpen dat de premie als een uitgave voor inkomensvoorzieningen moest worden aangemerkt. Het Hof concludeerde dat de verzekering niet voldeed aan de eisen van een lijfrenteverzekering, omdat er geen verbod tot afkoop in de polis was opgenomen. De belanghebbende werd ook niet ongelijk behandeld ten opzichte van andere belastingplichtigen, aangezien zijn situatie niet vergelijkbaar was met die van werknemers die wel een pensioentoezegging van hun werkgever hadden ontvangen.
Het Hof bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. De belanghebbende had geen recht op aftrek van de premie, en de inspecteur had terecht geen aftrek verleend. De uitspraak is openbaar gemaakt op 1 juli 2010.