parketnummer: 23-003545-07
datum uitspraak: 18 juni 2010
VERKORT ARREST VAN HET GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Alkmaar van 15 mei 2007 in de strafzaak onder parketnummer 14-810363-05 tegen
[verdachte],
geboren te [datum en plaats],
adres: [adres].
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg van 10 oktober 2005, 2 januari 2006, 1 maart 2007, 19 april 2007 en 1 mei 2007 en op de terechtzittingen in hoger beroep van 23 september 2008, 18 mei 2009, 27 oktober 2009, 1 juni 2010 en 4 juni 2010.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsvrouw naar voren is gebracht.
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 13 januari 2005 tot en met 21 januari 2005 in de gemeente Roosendaal en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, aan een persoon genaamd [E], opzettelijk en met voorbedachte rade zwaar lichamelijk letsel (te weten een of meer door[ge]boorde knieschij(f)(ven) en/of twee, althans een ribbreuk[en]) heeft toegebracht, door die [E] opzettelijk (met een boor[machine]) in de knie[ën] te boren en/of de rib(ben) te breken, terwijl dat feit (direct of indirect) de dood van die [E] ten gevolge heeft gehad;
Subsidiair:
[HA] en/of [H] en/of [RK] en/of [HK] en/of [KE] en/of een of meer (onbekend gebleven) perso(o)n(en) in of omstreeks de periode van 13 januari 2005 tot en met 21 januari 2005 in de gemeente Roosendaal en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met elkaar, althans alleen,
aan een persoon genaamd [E], opzettelijk en met voorbedachte rade zwaar lichamelijk letsel (te weten een of meer door[ge]boorde knieschij(f)(ven) en/of twee, althans een ribbreuk[en]) heeft/hebben toegebracht, door die [E] opzettelijk (met een boor[machine]) in de knie[ën] te boren en/of de rib(ben) te breken, terwijl dat feit (direct of indirect) de dood van die [E] ten gevolge heeft gehad,
bij het plegen van welk misdrijf verdachte, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 13 januari 2005 tot en met 21 januari 2005 in de gemeente(n) Eemnes en/of Haarlemmermeer en/of Roosendaal en/of elders in Nederland
- die [E] van (het parkeerterrein van) restaurant "De Witte Bergen" (in de gemeente Eemnes) te brengen naar (het parkeerterrein van) brugrestaurant "La Place" (in de gemeente Haarlemmermeer) (terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) in de veronderstelling verkeerde(n) dat die [E] een partij hash had weggenomen/gestolen, welke partij hij/zij wilde(n) achterhalen/terugkrijgen en/of
- naar een woning (aan de [straat]) in Roosendaal te rijden en/of te komen en/of aldaar een ontmoeting te hebben met [HA] en/of [H] en/of [RK] en/of [HK] en/of [KE] en/of die [E] (welke laatste aldaar tegen zijn wil werd vastgehouden) (teneinde die [E] aan het praten te krijgen over de verdwenen partij hash en/of de verblijfplaats daarvan);
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 13 januari 2005 tot en met 21 januari 2005 in de gemeente(n) Eemnes en/of Haarlemmermeer en/of Roosendaal en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [E] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden,
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s)
- die [E] naar restaurant De Witte Bergen (in de gemeente Eemnes) laten komen en/of
- die [E] (tegen diens wil) meegenomen en/of gebracht naar (het parkeerterrein van) brugrestaurant "La Place" (in de gemeente Haarlemmermeer) en/of
- die [E] (aldaar) (tegen diens wil) in een auto laten plaatsnemen en/of
- die [E] (tegen diens wil) vervoerd/gebracht naar een woning in Roosendaal en/of
- die [E] (tegen diens wil) in die woning (aan de [adres]) vastgehouden en/of
- (aldus) voor die wederrechtelijke vrijheidsberoving een plaats verschaft en/of
- die [E] (meermalen) bedreigd/gedreigd met (een) hond(en) en/of (een) honkbalknuppel(s) en/of
- die [E] (meermalen) gemarteld en/of zwaar mishandeld door die [E] vast te binden en/of twee ribbreuken en/of door[ge]boorde knieschijven te bezorgen en/of
- geen poging(en) ondernomen die [E] te bevrijden en/of nagelaten de politie te waarschuwen en/of aldus voor die [E] een overmacht gecreëerd,
hetgeen (direct of indirect) de dood van die [E], althans zwaar lichamelijk letsel van die [E] ten gevolge heeft gehad;
[HA] en/of [H] en/of [RK] en/of [HK] en/of [KE] en/of een of meer (onbekend gebleven) perso(o)n(en) op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 13 januari 2005 tot en met 21 januari 2005 in de gemeente(n) Eemnes en/of Haarlemmermeer en/of Roosendaal en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [E] wederrechtelijk van de vrijheid heeft/hebben beroofd en/of beroofd gehouden,
immers heeft/hebben [HA] en/of [H] en/of [RK] en/of [HK] en/of [KE] en/of zijn/hun mededader(s)
- die [E] naar restaurant "De Witte Bergen" (in de gemeente Eemnes) laten komen en/of
- die [E] (tegen diens wil) meegenomen en/of gebracht naar (het parkeerterrein van) brugrestaurant "La Place" (in de gemeente Haarlemmermeer) en/of
- die [E] (aldaar) (tegen diens wil) in een auto laten plaatsnemen en/of
- die [E] (tegen diens wil) vervoerd/gebracht naar een woning in Roosendaal en/of
- die [E] (tegen diens wil) in die woning (aan de [adres]) vastgehouden en/of
- (aldus) voor die wederrechtelijke vrijheidsberoving een plaats verschaft en/of
- die [E] (meermalen) bedreigd/gedreigd met honden en/of (een) honkbalknuppel(s) en/of
- die [E] (meermalen) gemarteld en/of zwaar mishandeld door die [E] vast te binden en/of die [E] twee ribbreuken en/of door[ge]boorde knieschijven te bezorgen en/of
- geen poging(en) ondernomen die [E] te bevrijden en/of nagelaten de politie te waarschuwen en/of aldus voor die [E] een overmacht gecreëerd,
hetgeen (direct of indirect) de dood van de [E], althans zwaar lichamelijk letsel voor die [E] ten gevolge heeft gehad,
Bij het plegen van welk misdrijf de verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door op een of meer tijdstip(pen) in en/of omstreeks de periode van 13 januari 2005 tot en met 21 januari 2005 in de gemeente(n) Eemnes en/of Haarlemmermeer en/of Roosendaal en/of elders in Nederland,
- die [E] van (het parkeerterrein van) restaurant “De Witte Bergen” (in de gemeente Eemnes) te brengen naar (het parkeerterrein van) brugrestaurant “La Place” (in de gemeente Haarlemmermeer) (terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) in de veronderstelling verkeerde(n) dat die [E] een partij hash had weggenomen/gestolen, welke partij hij/zij wilde(n) achterhalen/terugkrijgen) en/of
- naar een/die woning (aan de [adres]) in Roosendaal te rijden en aldaar een ontmoeting te hebben met [HA] en/of [H] en/of [RK] en/of [HK] en/of [KE] en/of die [E] (welke laatste aldaar tegen zijn wil werd vastgehouden) (teneinde die [E] aan het praten te krijgen over die verdwenen partij hash en/of de verblijfplaats daarvan) en/of
- geen poging(en) te ondernemen die [E] te bevrijden en/of na te laten de politie te waarschuwen en/of aldus voor die [E] een overmacht te creëren;
Feit 3:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2005 tot en met 13 januari 2005 in de gemeente(n) Schagen en/of Enkhuizen en/of Hoorn en/of Wieringermeer en/of Amsterdam en/of Zaandam en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, [E] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) opzettelijk (dreigend)
- tegen die [E] gezegd dat: "[E] (onmiddellijk) naar Angel Place (het clubhuis van de Hells Angels te Amsterdam) moest komen, anders zouden ze vanavond naar hem toe bij zijn dochter thuis komen, althans woorden van dergelijke (dreigende) aard en/of strekking en/of
- sms-berichten gezonden aan die [E] (die in onderling verband en in samenhang met de feiten en omstandigheden rond de verwenen partij hash en de veronderstelde rol van die [E] daarbij als bedreigend kunnen worden aangemerkt) en/of
- die [E] (via [M]) de woorden toegevoegd: "Ik weet waar [E] woont, ik ga er naar toe en dan breek ik zijn benen, dan zal ie wel vertellen waar het ligt", althans woorden van dergelijke (dreigende) aard en/of strekking;
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven, omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte onder feit 1 primair en subsidiair en 2 primair en subsidiair is ten laste gelegd, nu niet aannemelijk is geworden dat de verdachte bij de wederrechtelijk vrijheidsberoving van [E] daadwerkelijk betrokken is geweest.
Het hof overweegt hieromtrent als volgt.
Uit de stukken van het dossier is gebleken dat de verdachte op 13 januari 2005 met zijn auto het latere slachtoffer [E] vanuit het restaurant “De Witte Bergen” te Eemnes, via een stop in Naarden, naar het brugrestaurant “La Place” te Hoofddorp heeft gebracht en hem daar vervolgens heeft afgezet. Niet is gebleken dat dit onder dwang is gebeurd nu [E], nadat hij door de verdachte bij het brugrestaurant was afgezet, vrij was om te kunnen gaan en staan waar hij wilde.
Voorts is gebleken dat de verdachte, na een verontrustend telefoontje van zijn vriend [HK], diezelfde avond nog naar een woning in Roosendaal is gereden, alwaar het latere slachtoffer van zijn vrijheid is beroofd (gehouden) en mishandeld, en uiteindelijk om het leven gekomen. Naar het oordeel van het hof zijn er geen concrete aanwijzingen voorhanden dat de verdachte, op het moment dat hij naar Roosendaal ging en/of tijdens zijn verblijf in de betreffende woning te Roosendaal, had moeten vermoeden dat [E] van zijn vrijheid werd beroofd en dat [E] zou worden of werd mishandeld, teneinde hem aan het praten te krijgen over de verdwenen partij hash en/of de bewaarplaats daarvan. Derhalve acht het hof opzet op de wederrechtelijke vrijheidsberoving van [E] niet bewezen. Ook zijn er geen aanwijzingen voorhanden dat de verdachte betrokken is geweest bij hetgeen zich na zijn vertrek uit Roosendaal op de avond van 13 januari 2005 heeft afgespeeld, zodat de verdachte van het onder feit 1 primair en subsidiair en 2 primair en subsidiair tenlastegelegde dient te worden vrijgesproken.
Ten aanzien van feit 3 acht het hof, anders dan de advocaat-generaal, niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte in Enkhuizen aanwezig is geweest nu alleen [M] daarover heeft verklaard dan wel de informatie daarover alleen van hem afkomstig is.
Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de verdachte verklaard dat hij begin januari 2005 vernam dat zijn vriend, [HK], een probleem had. [HK] vertelde de verdachte dat het latere slachtoffer [E] steeds contact met zijn familie zocht. Aangezien [HK] een zeer goede vriend van de verdachte was, wilde hij hem helpen bij het vinden van een oplossing. De verdachte heeft verklaard niet te hebben geweten welk probleem [HK] met [E] had, maar dat hij wel begreep dat er iets kwijt was dat veel geld waard was. De verdachte heeft hierop het telefoonnummer van [E] gekregen en hem gebeld. Uit de stukken van het dossier is voorts gebleken dat de verdachte op 7 januari 2005 met [E] heeft gebeld en hem heeft gevraagd of hij naar Angels Place in Amsterdam wilde komen. Uit verschillende getuigenverklaringen is gebleken dat [E] op dat moment in de auto zat en onderweg was naar een afspraak in Limburg. De getuige [DB] heeft verklaard dat [E] na het telefoongesprek heeft gezegd dat hij gelijk naar Angels Place moest komen, want anders kwamen ze vanavond naar hem toe bij zijn dochter. Nadat dit gesprek bij Angels Place had plaatsgevonden, en de verdachte naar eigen zeggen niets meer van het slachtoffer hoorde, heeft hij een aparte mobiele telefoon aangeschaft en is hij met [E] gaan sms’en. Gebleken is dat het slachtoffer van 9 tot en met 12 januari 2005 verscheidende sms’jes van de verdachte heeft ontvangen. Deze sms’jes hielden het volgende in: “Je weet bij wie je het ingeleverd hebt, meerdere laten je al vallen. Als je me spreken wil zeg me waar je me wilt zien”, “Klootzak maak het niet moeilijker voor jezelf! Sms.”, “De laatste keer vergeet die ouwe, los het op voor jezelf en voor niemand anders nu het nog kan. Geef je mijn woord los het netjes op!”, “Wat bedoel je, als je niks te verbergen dan verschijn je gewoon. Ik snap jou niet?”, “Blijven we dan weer als verliefde kinderen sms, ik denk dat je geen oplossing wil.”, “Kom gewoon langs als jij denkt dat je onschuldig bent, voorlopig ben je nummer 1.”, “Is het zo moeilijk om te snappen dat je de boel onderschat hebt. Ik wacht nu vandaag op jou sms. Sterkte.”, Maak afspraak nu we er nog uit kunnen komen, gebruik dat laatste restje verstand van je. Je hoeft niet bang te zijn als je de waarheid spreekt!”.
De getuige [S] heeft verklaard dat [E] op 9 januari 2005 bij haar kwam. Ze stelt dat [E] haar vertelde dat hij regelmatig sms’jes kreeg die dreigend van aard waren. Ze kon aan [E] merken dat hij bang was. Voorts heeft de aangeefster [HM] verklaard dat ze [E] voor het laatst heeft gesproken op 9 januari 2005. Hij vertelde haar toen dat hij problemen had en dat hij enkele dagen moest onderduiken. Getuige [VH] heeft dit bevestigd door te verklaren dat hij op 10 januari 2005 door [E] werd gebeld met de mededeling dat hij een paar dagen naar hem toe zou komen. [VH] stelt dat hij [E] heel anders vond dan de andere keren en dat hij zenuwachtig en onrustig was. Tevens deed hij overdag de gordijnen dicht.
Op grond van bovenstaande feiten en omstandigheden is het hof van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat de verdachte [E] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling. De bedreiging heeft onder zodanige omstandigheden plaatsgevonden dat het hof het aannemelijk acht dat bij het slachtoffer de redelijke vrees is opgewekt dat hij zou worden mishandeld dan wel dat hij het leven zou laten.
Daarbij neemt het hof in aanmerking dat de verdachte een dreigende situatie heeft gecreëerd door [E] te laten verschijnen op een bekende locatie van een motorclub, waarvan de leden de reputatie hebben dat ze geweld niet schuwen, en door vervolgens deze [E] veelvuldig sms-berichten te sturen. Daarmee werd de psychologische druk voor [E] zodanig opgebouwd dat bij hem, door het voorgaande in combinatie met het fysieke voorkomen van de verdachte, de vrees is ontstaan dat zijn leven gevaar loopt, dan wel dat hem zwaar lichamelijk letsel zal worden aangedaan en dat hij dientengevolge is ondergedoken.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder feit 3 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op tijdstippen in de periode van 1 januari 2005 tot en met 13 januari 2005 in de gemeente Schagen en/of elders in Nederland [E] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend
-tegen die [E] gezegd dat: “[E] onmiddellijk naar Angel Place (het clubhuis van de Hells Angels te Amsterdam) moest komen, anders zouden ze vanavond naar hem toe bij zijn dochter thuis komen”, althans woorden van dergelijke dreigende aard en/of strekking en
-sms-berichten gezonden aan die [E] (die in onderling verband en in samenhang met de feiten en omstandigheden rond de verdwenen partij hash en de veronderstelde rol van die [E] daarbij als bedreigend kunnen worden aangemerkt).
Hetgeen onder feit 3 meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert op:
ten aanzien van het onder feit 3 bewezen verklaarde
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans bedreiging met zware mishandeling.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.
Oplegging van straf
De rechtbank Alkmaar heeft de verdachte voor het onder feit 1 primair, feit 2 primair en feit 3 ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 jaren en 6 maanden, met aftrek ex artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht.
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte en het openbaar ministerie hoger beroep ingesteld.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het onder feit 1 primair, feit 2 primair en feit 3 ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren, met aftrek ex artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht. Voorts heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de teruggave aan de verdachte wordt gelast van 1.00 STK Navigator Becker T 100-A.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte.
Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans aan bedreiging met zware mishandeling. Dit in verband met de verdwijning van een grote partij hasjies, waarvoor een schuldige moest worden gevonden. De verdachte heeft hierover verklaard dat hij alleen wist dat er ‘iets’ weg was dat veel geld waard was en dat hij slechts een vriend heeft geholpen die in de problemen zat. Vanaf begin januari 2005 heeft de verdachte via sms-berichten dreigementen tegen het slachtoffer geuit en heeft hij ervoor gezorgd dat het slachtoffer zich moest melden bij het clubhuis van de Hells Angels in Amsterdam. Wat er ook zij van de achtergrond van het conflict, het gaat niet aan op de hierboven bewezen verklaarde wijze daarop te reageren. Bedreigingen veroorzaken niet alleen gevoelens van angst, maar tasten ook de persoonlijke integriteit aan van hen tegen wie de bedreigingen zijn gericht. Dat de vrees bij het slachtoffer zo groot was geworden, blijkt uit het feit dat hij zelfs enige tijd is ondergedoken.
Blijkens een de verdachte betreffend Uittreksel Justitiële Documentatie van 18 mei 2010 is de verdachte niet eerder strafrechtelijk veroordeeld.
Het hof zal bij de strafoplegging rekening houden met de schending van de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, nu uit de stukken van het dossier is gebleken dat deze termijn in de hoger beroepsfase is overschreden. Het hof ziet hierin aanleiding dit in de op te leggen straf te verdisconteren. In plaats van een op zichzelf alleszins te rechtvaardigen gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden zal het hof deze modaliteit matigen.
Gelet op de context waarin deze bedreigingen hebben plaatsgevonden acht het hof een gevangenisstraf van langere duur in dit geval passend en geboden.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf is gegrond op artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.
Beslissing
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder feit 1 primair en subsidiair en 2 primair en subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij.
Verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder feit 3 ten laste gelegde heeft begaan zoals hierboven in de rubriek bewezen verklaarde omschreven.
Verklaart niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte onder feit 3 meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij.
Verklaart dat het bewezen verklaarde het hierboven vermelde strafbare feit oplevert.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en ook de verdachte daarvoor strafbaar.
ten aanzien van het onder feit 3 bewezen verklaarde:
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 (negen) maanden.
Beveelt dat de tijd, die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in deze zaak in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht.
Gelast de teruggave aan verdachte van het in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
-1.00 STK Navigator Becker T 100-A.
Dit arrest is gewezen door de tweede meervoudige strafkamer van het gerechtshof te Amsterdam, waarin zitting hadden mr. J.D.L. Nuis, mr. N.A. Schimmel en mr. D.J.M.W. Paridaens-van der Stoel, in tegenwoordigheid van mr. E. Wiersma, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 18 juni 2010.