ECLI:NL:GHAMS:2010:BL6972
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- M.J. Leijdekker
- F.J.P.M. Haas
- A.M. van Amsterdam
- Rechtspraak.nl
Geen zelfstandigenaftrek voor echtgenote van plastisch chirurg wegens ondersteunende werkzaamheden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 4 maart 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vraag of de echtgenote van een plastisch chirurg recht heeft op zelfstandigenaftrek. De inspecteur van de Belastingdienst had de aanslag inkomstenbelasting opgelegd aan de echtgenote, waarbij hij de zelfstandigenaftrek had gecorrigeerd. De rechtbank had eerder de uitspraak van de inspecteur vernietigd, maar de inspecteur ging in hoger beroep. Het Hof oordeelde dat de werkzaamheden van de echtgenote hoofdzakelijk van ondersteunende aard zijn en dat zij daarom niet in aanmerking komt voor de zelfstandigenaftrek. Het Hof baseerde zich op de maatschapsovereenkomst waarin de rol van de echtgenote als assistent werd beschreven en op de parlementaire geschiedenis die de gebruikelijkheidstoets toelichtte. Het Hof concludeerde dat de werkzaamheden van de echtgenote niet voldoen aan de vereisten van het urencriterium, omdat deze werkzaamheden niet substantieel genoeg zijn om als zelfstandig ondernemer te kwalificeren. De uitspraak van de rechtbank werd vernietigd en het beroep van de inspecteur werd gegrond verklaard. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken beroep in cassatie worden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden.