Uitspraak
mr. B.J.H. Crans, gevestigd te Amsterdam,
mr. W.A.M. Rupert, gevestigd te Rotterdam.
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De verdere beoordeling in hoger beroep
- a) Kunt u de verschillen in de uitslagen van laboratoriumonderzoeken van het Nederlands Forensisch Instituut (hierna: NFI) en Oleotest verklaren?
- b) Berusten deze verschillen op vergelijking van de gaschromatografische patronen met de referentiechromatogrammen van verschillende laboratoria of is er naar uw mening een andere oorzaak?
- c) Bij haar onderzoek concludeerde het NFI dat er in het onderhavige geval geen onderscheid kan worden gemaakt tussen motorbenzine en mengsmering, terwijl Oleotest sporen van motorbenzine heeft gevonden. Wat is naar uw mening, na bestudering en vergelijking van de gaschromatografische patronen, het meest aannemelijk?
- d) Is het mogelijk dat de gaschromatografische patronen van de onderzoeksmonsters ruimte overlaten voor een andere stof of combinatie van stoffen dan motorbenzine?
- e) Zou u uw deskundig oordeel kunnen geven of de door NFI en Oleotest gevonden resultaten het gevolg kunnen zijn van verontreiniging door dieselolie (afkomstig van zwaar materieel dat na de brand de vloer van de bedrijfshal heeft vrijgemaakt)?
- f) Heeft u nog andere opmerkingen die van belang kunnen zijn voor de beoordeling van deze zaak?
- a) Kunt u na bestudering van het procesdossier en de daarbij behorende bijlagen uw oordeel geven over de vraag of de brand kan zijn ontstaan als gevolg van een gaslek, een defect aan de heaters of als gevolg van een andere technische oorzaak?
- b) Bent u van mening dat er aanwijzingen zijn dat de brand is ontstaan door brandstichting, c.q. het opzettelijk bijbrengen van vuur met gebruikmaking van een vluchtige brandbare stof?
- c) Kunt u – gelet op het beeld en verloop van de brand, de (brand)schade (onder meer aan de linker roldeur) en de alarmmeldingen – uw deskundig oordeel geven over de mate van waarschijnlijkheid dat de brand een andere oorzaak heeft dan brandstichting (als bedoeld in vraag b)?
- d) Kunt u vanuit uw deskundigheid uw oordeel geven over het meest aannemelijke scenario voor het ontstaan van de brand?
- e) Heeft u nog andere opmerkingen die van belang kunnen zijn voor de beoordeling van deze zaak?