ECLI:NL:GHAMS:2010:2154
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- M. Gonggrijp-van Mourik
- H.A. Holthuis
- J.A. Peters
- Rechtspraak.nl
Schorsing van de vervolging van een verdachte wegens dementie
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 21 mei 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 22 augustus 2007. De zaak betreft een verdachte, geboren in 1933, die lijdt aan dementie met fors decorumverlies. Tijdens de terechtzittingen in hoger beroep op 25 november 2009 en 21 mei 2010 is het hof geïnformeerd over de gezondheidstoestand van de verdachte, waaronder een beschikking van de kantonrechter van 18 maart 2010 waarin werd vastgesteld dat er bewind is ingesteld over de goederen van de verdachte en dat er een mentorschap is ingesteld over zijn niet-vermogensrechtelijke belangen. Gezien de omstandigheden en de medische toestand van de verdachte, heeft het hof op grond van artikel 16, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering besloten de vervolging van de verdachte te schorsen voor onbepaalde tijd. Dit besluit is genomen om de verdachte te beschermen, gezien zijn kwetsbare situatie. Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de raadsman in overweging genomen voordat het tot deze beslissing kwam. De uitspraak is gedaan door de negende meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarbij mr. Peters niet in staat was het arrest mede te ondertekenen.