ECLI:NL:GHAMS:2009:BL1971
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- A. Bockwinkel
- R.H. de Bock
- P.J. Duinkerken
- Rechtspraak.nl
Schuldsanering en omzetting faillissement met gelijktijdig uitspreken van schuldsaneringsregeling
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam op 20 november 2009, gaat het om een hoger beroep van appellant X tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 13 oktober 2009. De rechtbank had het verzoek van X tot opheffing van zijn faillissement, dat op 26 mei 2009 was uitgesproken, afgewezen. X had verzocht om gelijktijdig de schuldsaneringsregeling toe te passen. Het hof behandelt de vraag of de rechtbank het verzoek van X kon ontvangen, gezien de termijn genoemd in artikel 3 lid 1 van de Faillissementswet (Fw). Deze bepaling stelt dat een gefailleerde binnen veertien dagen na kennisgeving van het faillissement een verzoek tot schuldsanering kan indienen. X had dit verzoek echter niet binnen de gestelde termijn ingediend, wat in beginsel leidt tot niet-ontvankelijkheid.
Tijdens de zitting op 10 november 2009 bevestigde X dat hij de kennisgeving had ontvangen, maar hij had geen gebruik willen maken van de mogelijkheid tot aanvraag van de schuldsaneringsregeling omdat hij het belang daarvan niet inzag. Het hof oordeelt dat deze verkeerde inschatting en de daaropvolgende strategie van X voor zijn eigen rekening en risico komen. Het hof concludeert dat er geen grond is voor de uitzondering op de termijn zoals bedoeld in artikel 15b lid Fw, en dat de rechtbank X terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard in zijn verzoek.
Het hof vernietigt het vonnis van de rechtbank en bevestigt de niet-ontvankelijkheid van X in zijn verzoek tot opheffing van het faillissement en de toepassing van de schuldsaneringsregeling. Dit arrest is uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier en kan binnen acht dagen na de uitspraak in cassatie worden aangevochten.