ECLI:NL:GHAMS:2009:BK3774
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van medeplegen van moord, doodslag en zware mishandeling in groepsverband
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 20 oktober 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De verdachte was in eerste aanleg beschuldigd van medeplegen van moord dan wel doodslag, en subsidiair van medeplegen van zware mishandeling, terwijl dit feit de dood tengevolge had. Het hof heeft de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten. De vrijspraak van openlijke geweldpleging is gebaseerd op het feit dat uit de bewijsmiddelen niet kon worden afgeleid dat de verdachte zich met anderen had gepositioneerd om het slachtoffer in te sluiten. Evenmin was er bewijs dat de verdachte opzet had op het plegen van openlijk geweld. De gebeurtenissen vonden plaats op 20 september 2006, waarbij de verdachte en medeverdachten zich in de nabijheid van het slachtoffer bevonden. Er ontstond een woordenwisseling en een vechtpartij, waarbij het slachtoffer een mes trok. De verdachte had een knuppel bij zich, maar het hof oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat hij een significante bijdrage had geleverd aan het geweld. De getuigenverklaringen waren niet eenduidig en er was geen bewijs voor een vooropgezet plan om geweld te plegen. Het hof concludeerde dat de verdachte niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat hij zich schuldig had gemaakt aan de tenlastegelegde feiten, en sprak hem vrij.