ECLI:NL:GHAMS:2009:BJ7454
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- A.D.R.M. Boumans
- M.W.E. Koopmann
- P.J. Duinkerken
- Rechtspraak.nl
Omzetting faillissement met gelijktijdig uitspreken schuldsaneringsregeling
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 13 februari 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep over het verzoek van appellant tot opheffing van zijn faillissement en gelijktijdige toepassing van de schuldsaneringsregeling. Appellant, die in Amsterdam woont, had eerder op 7 oktober 2008 faillissement aangevraagd. De rechtbank Amsterdam had op 2 december 2008 zijn verzoek tot schuldsanering afgewezen, omdat niet was aangetoond dat hij te goeder trouw was bij het ontstaan van zijn schulden, die onder andere voortvloeiden uit boetes van het CJIB wegens onverzekerd rijden en een veroordeling voor mishandeling.
Het hof heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat het verzoek tot omzetting van het faillissement alleen kan worden toegewezen als voldoende aannemelijk is dat de schuldenaar in de vijf jaar voorafgaand aan het verzoek te goeder trouw is geweest. Het hof heeft echter ook gekeken naar de veranderde omstandigheden van appellant. Ondanks zijn eerdere fouten en het niet op orde houden van zijn administratie, heeft appellant sinds oktober 2008 een baan met goede vooruitzichten en heeft hij zijn psychosociale klachten overwonnen. Hij heeft zich bereid verklaard om budgetbeheer aan te vragen om zijn financiële situatie beter te beheren.
Na het horen van de argumenten van zowel appellant als de curator, heeft het hof geconcludeerd dat appellant inmiddels de omstandigheden die hebben geleid tot zijn schulden onder controle heeft gekregen. Het hof heeft daarom de beslissing van de rechtbank vernietigd en de schuldsaneringsregeling alsnog van toepassing verklaard, met de zaak terugverwijzend naar de rechtbank Amsterdam voor verdere behandeling.