ECLI:NL:GHAMS:2009:BJ6243
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- A.D.R.M. Boumans
- M.W.E. Koopman
- P.J. Duinkerken
- Rechtspraak.nl
Vernietiging tussentijdse beëindiging van de schuldsanering wegens niet verwijtbare tekortkomingen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 3 april 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep over de schuldsanering van een alleenstaande vrouw, appellante, die in 2006 was toegelaten tot de schuldsaneringsregeling. Appellante, geboren in 1967 en wonende te Heemskerk, had drie zonen, waarvan de jongste twee onder toezicht stonden. Tijdens de procedure werd vastgesteld dat appellante, onder invloed van een persoonlijkheidsstoornis, niet in staat was om haar financiële verplichtingen na te komen. Het hof oordeelde dat haar tekortkomingen niet verwijtbaar waren, gezien de stressvolle omstandigheden waarin zij verkeerde en haar bereidheid om hulp te zoeken. Het hof heeft de tussentijdse beëindiging van de schuldsanering door de rechtbank vernietigd en de termijn van de schuldsanering verlengd tot 25 juni 2011.
De zaak kwam in hoger beroep na een beslissing van de rechtbank te Haarlem op 10 februari 2009, waarin de schuldsanering van appellante was beëindigd vanwege het ontstaan van nieuwe schulden en een boedelachterstand. Tijdens de zitting op 20 maart 2009 werd appellante bijgestaan door haar advocaat, mr. M.B. Meindersma, en de bewindvoerder J.E.J. Jansen was ook aanwezig. De bewindvoerder had aangevoerd dat appellante haar verplichtingen niet nakwam en dat er nieuwe schulden waren ontstaan. Appellante betwistte dit, en voerde aan dat haar tekortkomingen niet verwijtbaar waren door haar psychische toestand.
Het hof heeft in zijn overwegingen rekening gehouden met de geringe hoogte van de resterende nieuwe schulden en de bereidheid van appellante om haar situatie te verbeteren door middel van een behandelplan. Het hof heeft besloten de schuldsanering te verlengen, zodat appellante de kans krijgt om haar financiële situatie te stabiliseren en de schuldsanering succesvol af te ronden. De uitspraak biedt een belangrijke overweging voor de toepassing van de schuldsanering in situaties waarin psychische problemen een rol spelen.