ECLI:NL:GHAMS:2009:BJ3221
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over de berekening van de earn-out vergoeding in een aandelenovereenkomst
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de besloten vennootschap Caesar Groep Rotterdam B.V. tegen meerdere geïntimeerden, die betrokken zijn bij een geschil over de berekening van een earn-out vergoeding in het kader van een aandelenovereenkomst. De overeenkomst, gesloten op 25 november 2003, bevat bepalingen over de koopprijs van de aandelen, waarbij de earn-out regeling een belangrijk onderdeel vormt. Het hof heeft in eerdere arresten al beslissingen genomen over de rechtsstrijd en de proceskosten. Caesar heeft in zijn memorie van grieven achttien grieven geformuleerd, waarin hij het hof verzoekt om het vonnis van de rechtbank te vernietigen en de vorderingen van de geïntimeerden af te wijzen. De geïntimeerden hebben verweer gevoerd en geconcludeerd tot bekrachtiging van het vonnis.
Tijdens de pleidooien hebben beide partijen hun standpunten toegelicht, waarbij Caesar werd bijgestaan door mr. E.J.A. Vilé en de geïntimeerden door mr. H.J.G. Heijen. Het hof heeft de nieuwe stellingen van Caesar, die betrekking hebben op de jaarrekening van 2004, niet in overweging genomen, omdat deze niet tijdig zijn ingediend. Het hof oordeelt dat de omvang van de rechtsstrijd in appel door de conclusie van eis is vastgelegd en dat Caesar in zijn memorie van grieven al zijn bezwaren tegen de beslissingen van de lagere rechter had moeten aanvoeren.
Het hof heeft vastgesteld dat de earn-out regeling is vastgelegd in artikel 2 van de overeenkomst en dat er onduidelijkheid bestaat over welke jaarrekening als uitgangspunt moet dienen voor de berekening van de earn-out vergoeding. Het hof concludeert dat de eerste jaarrekening, gedeponeerd op 5 juli 2005, als basis moet worden genomen, en dat de nieuwe feiten en stellingen van Caesar niet kunnen worden meegenomen in de beoordeling. Uiteindelijk heeft het hof het hoger beroep van Caesar afgewezen en het vonnis van de rechtbank bekrachtigd, waarbij Caesar is veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep.