Het hof stelt de volgende feiten vast. Tijdens een verkeerscontrole aan de Droogbak te Amsterdam op 25 januari 2007 wordt een auto - een Audi A8 met Bulgaars kenteken met drie inzittenden – gecontroleerd. Een van de daarbij aanwezige opsporingsambtenaren vraagt de bestuurder toestemming een onderzoek in de auto te mogen instellen. De bestuurder verleent toestemming en stapt uit de auto. Op dat moment ruikt de opsporingsambtenaar -een vleugje- softdrugs, althans -naar achteraf is komen vast te staan- de geur van een zojuist gerookte joint. Hierop en zonder nadere vragen worden de drie inzittenden aan de kleding onderzocht.
Zo deze feiten en omstandigheden op zichzelf genomen al voldoende zouden zijn voor het aannemen van een redelijk vermoeden van schuld aan enig strafbaar feit ingevolge de Opiumwet – naar het oordeel van het hof is daarvan geen sprake -, zijn zij in elk geval onvoldoende voor het aannemen van ernstige bezwaren als bedoeld in artikel 9, tweede lid, van de Opiumwet. Het hof is daarom van oordeel dat het onderzoek aan de kleding van de verdachte onrechtmatig is geweest.
Als gevolge van het –onrechtmatige- onderzoek aan de kleding van verdachte worden, in een sigarettenpakje, een tiental pasjes aangetroffen die zijn voorzien van een magneetstrip en waarop met viltstift een vier- of vijf-cijferige code staat geschreven, aangetroffen. Nu de verkrijging van deze (plastic) kaartjes het directe gevolg is geweest van het geschonden vormvoorschrift,is het hof van oordeel dat deze verkrijging in zoverre niet kan bijdragen aan het bewijs van hetgeen de verdachte is tenlastegelegd. Het hof is van oordeel dat dit gevolg passend is, gelet op de aard en ernst van het verzuim, het belang dat door het voorschrift van artikel 9, tweede lid, van de Opiumwet wordt gediend en het nadeel dat door het handelen van de opsporingambtenaren wordt veroorzaakt. De verdachte moet in zoverre worden vrijgesproken van het tenlastegelegde.
Het hof stelt voorts vast dat uit het dossier naar voren komt dat de verdachte op 9 januari 2007 tezamen met zijn medeverdachte [medeverdachte 1] in voormelde Audi Bulgarije heeft verlaten, op 15 januari 2007 ter gelegenheid van een verkeerscontrole te Amsterdam is aangetroffen in die Audi met medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en op 25 januari 2007 samen met medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] in de auto van [medeverdachte 1] door Amsterdam heeft gereden (bij welke gelegenheid hij is aangehouden aan de Droogbak). Daarnaast is de enige aanwijzing voor een begin van betrokkenheid van de verdachte bij de hem verweten strafbare feiten hierin gelegen dat bij de doorzoeking van het perceel […] te Amsterdam –waar in algemene zin belastend materiaal is aangetroffen- een notitieblokje is aangetroffen, waarin de naam van de verdachte voorkomt (dossierpagina 50446).
Bij deze stand van zaken is het hof van oordeel dat de verdachte van de gehele tenlastelegging moet worden vrijgesproken.