Uitspraak
STIHO B.V.,
,
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 6 oktober 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek tot faillietverklaring van [X] door STIHO B.V. Het verzoek was ingediend na een eerdere afwijzing door de rechtbank te Alkmaar op 11 augustus 2009. STIHO B.V. had een opeisbare vordering van € 19.976,24 op [X], voortkomend uit een onherroepelijk vonnis van de rechtbank Utrecht van 30 januari 2008. Tijdens de zitting op 29 september 2009 heeft STIHO haar verzoek tot faillietverklaring verder toegelicht en aanvullende steunvorderingen gepresenteerd. [X] heeft de vordering erkend, maar betwist dat hij in een toestand verkeert waarin hij heeft opgehouden te betalen. Hij voerde aan dat enkele steunvorderingen niet rechtsgeldig waren en dat er betalingsregelingen waren getroffen voor andere vorderingen.
Het hof heeft vastgesteld dat [X] de vordering van STIHO niet heeft betwist, waardoor summierlijk van het vorderingsrecht van STIHO is gebleken. Het hof oordeelde dat [X] in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, omdat hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat er betalingsregelingen waren voor de steunvorderingen. Het hof heeft de eerdere beslissing van de rechtbank vernietigd en het verzoek tot faillietverklaring van [X] toegewezen. Tevens heeft het hof mr. A. Warmerdam benoemd tot rechter-commissaris en mr. M.A.M. de Vries-Meijer tot curator. Het arrest is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier en er is een termijn van acht dagen gesteld voor het indienen van beroep in cassatie.