ECLI:NL:GHAMS:2009:3676

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
6 oktober 2009
Publicatiedatum
11 november 2019
Zaaknummer
200.040.130/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Faillietverklaring van een natuurlijke persoon op verzoek van een vennootschap

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 6 oktober 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek tot faillietverklaring van [X] door STIHO B.V. Het verzoek was ingediend na een eerdere afwijzing door de rechtbank te Alkmaar op 11 augustus 2009. STIHO B.V. had een opeisbare vordering van € 19.976,24 op [X], voortkomend uit een onherroepelijk vonnis van de rechtbank Utrecht van 30 januari 2008. Tijdens de zitting op 29 september 2009 heeft STIHO haar verzoek tot faillietverklaring verder toegelicht en aanvullende steunvorderingen gepresenteerd. [X] heeft de vordering erkend, maar betwist dat hij in een toestand verkeert waarin hij heeft opgehouden te betalen. Hij voerde aan dat enkele steunvorderingen niet rechtsgeldig waren en dat er betalingsregelingen waren getroffen voor andere vorderingen.

Het hof heeft vastgesteld dat [X] de vordering van STIHO niet heeft betwist, waardoor summierlijk van het vorderingsrecht van STIHO is gebleken. Het hof oordeelde dat [X] in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, omdat hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat er betalingsregelingen waren voor de steunvorderingen. Het hof heeft de eerdere beslissing van de rechtbank vernietigd en het verzoek tot faillietverklaring van [X] toegewezen. Tevens heeft het hof mr. A. Warmerdam benoemd tot rechter-commissaris en mr. M.A.M. de Vries-Meijer tot curator. Het arrest is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier en er is een termijn van acht dagen gesteld voor het indienen van beroep in cassatie.

Uitspraak

zaaknummer: 200.040.130/01
GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
TWEEDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER
ARREST van 6 oktober 2009 in de zaak met zaaknummer 200.040.130/01 van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
STIHO B.V.,
tevens handelende onder de naam
Stiho Alkmaar, Stiho Zwolle, Stiho Zaandam,
gevestigd te Nieuwegein,
APPELLANTE,
advocaat: mr. L.J. Benistant te Utrecht,
tegen
[X]
,
voorheen wonende te [plaats a] (N.H.), thans wonende te [plaats b] ,
GEÏNTIMEERDE,
gemachtigde: [Y] .

1.Het geding in hoger beroep

1.1.
Appellante - Stiho - is bij op 14 augustus 2009 ter griffie van het hof ingekomen verzoekschrift in hoger beroep gekomen van de beslissing van de rechtbank te Alkmaar van 11 augustus 2009 met rekestnummer 111740/FT-RK 09.179, waarbij het verzoek van Stiho tot faillietverklaring van geïntimeerde - [X] - is afgewezen.
1.2.
Het hoger beroep is behandeld ter terechtzitting van 29 september 2009. Ter zitting is namens Stiho mr. Benistant voornoemd verschenen. Voorts is [X] verschenen, vergezeld van [Y] voornoemd.

2.De gronden van de beslissing

2.1.
Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting in hoger beroep is het volgende gebleken.
2.2.
Stiho heeft aan haar verzoek tot faillietver­klaring van [X] een opeisbare vordering ten grondslag gelegd ten belope van € 19.976,24 (inclusief rente en kosten) uit hoofde van een tussen partijen gewezen onherroepelijk vonnis in kort geding van de rechtbank te Utrecht van 30 januari 2008.
Als steunvorderingen heeft Stiho een negental vorderingen gesteld zoals genoemd in een aan haar appelschrift gehechte productie. Ten bewijze heeft zij de desbetreffende facturen overgelegd. Ter zitting in hoger beroep heeft Stiho nog een drietal steunvorderingen gesteld en ter zake stukken overgelegd. Stiho heeft gepersisteerd bij haar verzoek tot faillietverklaring van [X] .
2.3.
[X] heeft de vordering van Stiho erkend, maar heeft bestreden dat hij verkeert in de toestand dat hij heeft opgehouden te betalen. Hij heeft in hoger beroep de steunvorderingen betwist op grond van het volgende. Ten aanzien van enkele vorderingen ontbreekt een rechtsgeldige titel, daar er in de desbetreffende zaak geen vonnis is gewezen en/of betreffen deze vorderingen één van zijn vennootschappen en niet hem in persoon. Ook zijn er een tweetal vorderingen verjaard. Ten aanzien van de overige steunvorderingen zijn er betalingsregelingen getroffen. Met betrekking tot de ter zitting in hoger beroep door Stiho naar voren gebrachte vorderingen heeft [X] gesteld dat deze een conglomeraat betreffen van drie vorderingen ten aanzien waarvan een betalingsregeling is getroffen. Een en ander kan volgens [X] worden afgeleid uit het feit dat door de schuldeisers ten laste van hem beslag is gelegd.
2.4.
Het hof oordeelt als volgt. [X] heeft de
vordering van Stiho niet betwist, zodat summierlijk van het vorderingsrecht van Stiho is gebleken. Rest beantwoording van de vraag of [X] verkeert in de toestand dat hij heeft opgehouden te betalen. Het hof beantwoordt deze vraag bevestigend. Gebleken is dat [X] de door Stiho gestelde vorderingen van [A] en [B] / [C] in hoger beroep niet heeft betwist noch daarvan heeft aangetoond dat er ter zake betalingsregelingen zijn overeengekomen. Deze vorderingen dienen derhalve als steunvorderingen.
Bovendien geldt dat [X] tegenover de door Stiho gestelde - met nota's onderbouwde - steunvorderingen onvoldoende inhoudelijk verweer heeft gevoerd.
Daarbij wordt overwogen dat [X] niet aannemelijk heeft gemaakt dat de vennootschappen waarop volgens [X] enkele van de steunvorderingen betrekking hebben een rechtspersoon betreffen. Zijn dienaangaande verweer gaat dan ook niet op. Gelet op het voorgaande is summierlijk gebleken van het bestaan van feiten of omstandigheden welke aantonen dat [X] verkeert in de toestand dat hij heeft opgehouden te betalen. Van een belang van Stiho bij het verzoek tot de faillietverklaring van [X] is in voldoende mate gebleken.
2.5.
De beslissing waarvan beroep zal worden vernietigd en het verzoek van Stiho alsnog worden toegewezen.

4.Debeslissing

Het hof:
vernietigt de beslissing waarvan beroep en opnieuw rechtdoende:
verklaart [X] in staat van faillissement;
benoemt tot rechter-commissaris mr. A. Warmerdam, rechter in de rechtbank Alkmaar;
stelt tot curator aan mr. M.A.M. de Vries-Meijer, Knuwer & Creutzberg Advocaten, Comeniusstraat 10a, 1817 MS Alkmaar, tel. 072 - 5127117;
geeft last aan de curator tot het openen van de aan de schuldenaar gerichte brieven en telegrammen.
Dit arrest is gewezen door mrs. A.D.R.M. Boumans, M.W.E. Koopmann en C.Ch. Mout en uitgesproken ter openbare terechtzitting van het hof van 6 oktober 2009 in tegenwoordigheid van de griffier.
Van dit arrest kan gedurende acht dagen na die van de uitspraak beroep in cassatie worden ingesteld door middel van een verzoekschrift in te dienen ter griffie van de Hoge Raad.