ECLI:NL:GHAMS:2008:BH0938
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- E.A.G. van der Ouderaa
- P.F. Goes
- J.A. van Horzen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake niet-ontvankelijkheid bezwaarschrift inkomstenbelasting
In deze zaak gaat het om de niet-ontvankelijkheid van het bezwaarschrift van belanghebbende tegen een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2001. De inspecteur had het bezwaarschrift, dat op 16 november 2005 was ingediend, niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank Haarlem had het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard. Belanghebbende heeft hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof Amsterdam. In hoger beroep bleek dat de datum van de aanslag op een schermprint uit het computersysteem van de belastingdienst afweek van de datum op het aanslagbiljet. Het Hof oordeelde dat het bezwaar ten onrechte niet-ontvankelijk was verklaard, omdat de aanslag gedagtekend was op 5 oktober 2005 en de bezwaartermijn op 6 oktober 2005 was aangevangen. Het Hof vernietigde de uitspraak van de rechtbank en de uitspraak van de inspecteur, en droeg de inspecteur op om opnieuw uitspraak te doen op het bezwaarschrift, met inachtneming van de overwegingen van het Hof. Tevens werd de inspecteur veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van € 483, en werd de Staat aangewezen als de rechtspersoon die deze kosten moest vergoeden. Het Hof gelastte ook dat de Staat het griffierecht van € 106 aan belanghebbende vergoedt. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken beroep in cassatie worden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden.