4.1. Het gaat in deze zaak om het volgende.
a) Glaifa heeft op 19 februari 2004 aan [appellante] een offerte uitgebracht voor het vervaardigen, leveren en plaatsen van een lichtreclame. [Appellante] heeft Glaifa op basis van deze offerte daartoe opdracht gegeven en daarbij bedongen dat de prijs € 6.000,-- exclusief btw zou bedragen, te betalen in twee termijnen, te weten 50% na gemeentelijke goedkeuring en 50% acht dagen na plaatsing. De opdracht is door Glaifa bevestigd op 31 maart 2004.
b) Op de overeenkomst zijn de algemene voorwaarden van Glaifa van toepassing. Artikel 6 van die voorwaarden luidt: “Indien de betrokken overheidsinstanties, die goedkeuring moeten verlenen aan de te leveren c.q. te huren lichtreclame, wijzigingen in het ontwerp verlangen, is Glaifa gerechtigd die wijzigingen aan te brengen en de eventuele meerkosten hiervan aan afnemer in rekening te brengen, tenzij die wijzigingen handhaving van het beoogd lettertype, dan wel huisstijl onmogelijk maken en/of de meerkosten meer zullen bedragen dan 30% van de koopsom of huursom, berekend over vier jaren. In het laatst bedoelde geval – de wijzigingen handhaving van het beoogd lettertype, dan wel huisstijl onmogelijk maken en/of meerkosten zullen meer bedragen dat 30% van de koopsom of huursom, berekend over vier jaren – zal Glaifa afnemer schriftelijk in kennis stellen van de vereiste wijzigingen en/of meerkosten, waarna afnemer binnen veertien dagen na dagtekening van bedoelde brief, per aangetekend schrijven aan Glaifa dient te berichten of hij de order c.q. het huurcontract al dan niet wil annuleren, bij gebreke waarvan annulering door afnemer niet meer mogelijk is. Ingeval van geldige annulering door de afnemer is deze slechts gehouden om Glaifa de tot dan toe gemaakte ontwerpkosten, de verkoopkosten en de kosten van de aanvrage der vergunning te vergoeden, welke hierbij gefixeerd worden op 28,5% van het orderbedrag. In alle andere gevallen van annulering is afnemer slechts gerechtigd tot annulering met toestemming van Glaifa en tegen vergoeding van de reeds gemaakte kosten, arbeid en winstderving met een minimum van 30% van de koopsom of huursom berekend over vier jaren. Glaifa zal jegens afnemer nimmer gehouden zijn tot vergoeding van enige schade of kosten.”
c) De op basis van het eerste door Glaifa gemaakte ontwerp aangevraagde vergunning is in juni 2004 door de gemeente […] geweigerd. Nadat Glaifa wijzigingen in het ontwerp had aangebracht heeft Glaifa opnieuw een vergunning aangevraagd, waarna de gemeente [appellante] op 18 november 2004 heeft bericht dat de vergunning voor het plaatsen van de lichtreclame conform aanvraag werd verleend. Eveneens op 18 november 2004 heeft Glaifa [appellante] bij brief bericht te hebben vernomen dat de gemeente geen bezwaren had tegen plaatsing van de reclame. Bij die brief werd de tekening waarop de aanvraag was gebaseerd meegezonden. De brief bevat tevens een omschrijving van de reclame. Voorts was bij de brief een factuur voor betaling van de eerste termijn gevoegd ten bedrage van € 3.570,-- inclusief btw.
d) Bij brief van 6 december 2004 heeft Glaifa [appellante] onder meer geschreven:
“Gelet op de van u in het telefonisch onderhoud d.d. 23 en 30 november j.l. ontvangen wijziging zullen wij uw opdracht laatstelijk omschreven in onze orderbevestiging d.d. 18 november j.l. betreffende de lichtreclame (…) als volgt aanpassen c.q. uitvoeren. (…) De prijs zijnde € 6.000,= wordt door deze wijziging € 6.400,=.(…)
Overeengekomen betalingswijze:
- € 3.000,= na het ons bekend worden van de vergunningverlening (factuur reeds in uw bezit)
- € 3.400,= binnen 8 dagen na plaatsing (beide bedragen exclusief BTW)
(…)
Indien wij uiterlijk 14 december a.s. niets van u hebben vernomen en geen door u aangepaste tekening hebben ontvangen achten wij u akkoord met bovenstaande uitvoering en zullen dan de vergunning aanvrage bij de gemeente indienen”
e) Op 14 december 2004 heeft [appellante] Glaifa telefonisch laten weten niet akkoord te zijn met het gewijzigde ontwerp. Nadien hebben Glaifa en [appellante] herhaaldelijk telefonisch contact gehad. Bij brief van 19 juli 2005 heeft Glaifa [appellante] een overzicht gegeven van de contacten zoals die volgens haar zijn verlopen en [appellante] verzocht de gewenste wijziging per omgaande te faxen en de aanbetaling van 50% te voldoen, met aanzegging dat zij bij gebreke van een en ander de vordering uit handen zal geven. [Appellante] heeft geen wijzigingsvoorstel gedaan, noch de factuur van 18 november 2004 betaald.