ECLI:NL:GHAMS:2007:BC4150
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- E.A.G. van der Ouderaa
- J. den Boer
- P. F. Goes
- Rechtspraak.nl
Tegen de naheffingsaanslag loonbelasting en vergrijpboete van een pizzeria
In deze zaak gaat het om een naheffingsaanslag loonbelasting en een vergrijpboete die zijn opgelegd aan de eigenaar van een pizzeria. De inspecteur van de Belastingdienst heeft op 26 mei 2004 een naheffingsaanslag loonbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd voor het tijdvak van 1 januari 1999 tot en met 31 december 2001, ter hoogte van € 262.842, met een vergrijpboete van € 131.421. Na bezwaar is de naheffingsaanslag verminderd tot € 63.466 en de boete tot € 31.733. De rechtbank Haarlem heeft op 28 september 2006 de uitspraak van de inspecteur gedeeltelijk bevestigd en de boete verder verminderd tot € 28.559. De eigenaar van de pizzeria heeft hoger beroep ingesteld, waarbij hij betwist dat de naheffingsaanslag terecht op zijn naam is gesteld en dat de hoogte van de aanslag onredelijk is vastgesteld.
Het Gerechtshof Amsterdam heeft op 29 augustus 2007 geoordeeld dat de naheffingsaanslag terecht is opgelegd aan de eigenaar, omdat hij de vereiste aangifte niet heeft gedaan en niet aan de bewaarplicht heeft voldaan. De omkering en verzwaring van de bewijslast zijn van toepassing, wat betekent dat de inspecteur de hoogte van de niet aangegeven lonen schattenderwijs heeft vastgesteld. Het Hof oordeelt dat de inspecteur niet onredelijk heeft gehandeld bij het vaststellen van de hoogte van de aanslag en dat de opgelegde boete terecht is, hoewel deze met 10% is verminderd vanwege overschrijding van de redelijke termijn.
De beslissing van het Hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en stelt dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De eigenaar kan binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.