ECLI:NL:GHAMS:2007:BC1629
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- M. Gonggrijp-van Mourik
- M. Wigleven
- R.C. Gisolf
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van ondertoezichtstelling van kinderen na uithuisplaatsing oudste dochter
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam op 22 november 2007, gaat het om een hoger beroep van de moeder tegen een beschikking van de kinderrechter in Amsterdam. De moeder is in hoger beroep gekomen van een beschikking van 24 april 2007, waarin de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad) verzocht had om ondertoezichtstelling van de kinderen van de moeder, naar aanleiding van de uithuisplaatsing van de oudste dochter. De moeder stelt dat de ondertoezichtstelling niet als ondersteuning van haar opvoedende taak wordt ervaren, maar als een bedreiging. Tijdens de zitting heeft de Raad verklaard dat het goed gaat met de kinderen en dat de ondertoezichtstelling preventief is bedoeld. Echter, de Raad erkent dat de moeder de ondertoezichtstelling als bedreigend ervaart en refereert zich aan het oordeel van het hof.
Het hof heeft de feiten en omstandigheden in overweging genomen en is tot de conclusie gekomen dat er onvoldoende gronden zijn voor de ondertoezichtstelling van de dochter en de zoon. Er is geen bewijs dat hun zedelijke of geestelijke belangen of gezondheid ernstig worden bedreigd. De Raad heeft niet aangetoond dat er momenteel zorgen zijn over de kinderen. Daarom heeft het hof de bestreden beschikking vernietigd, waarmee de ondertoezichtstelling van de kinderen is opgeheven. De beslissing van het hof is openbaar uitgesproken en de beschikking is gegeven door de meervoudige kamer van het hof.