ECLI:NL:GHAMS:2007:BB5041
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- E.A.G. Van der Ouderaa
- E.F. Faase
- E. van Waaijen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake vervreemding van aandelen en belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 2 oktober 2007 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vervreemding van aandelen door belanghebbende, die tot zijn aanmerkelijk belang behoorden. De inspecteur van de Belastingdienst had aan belanghebbende een voorlopige aanslag opgelegd voor het jaar 2002, waarbij de vervreemdingswinst werd gerekend tot het inkomen uit aanmerkelijk belang. Belanghebbende betwistte de aanslag en stelde dat hij niet de bedoeling had om de aandelen in Y Holding B.V. te vervreemden, maar dat er sprake was van een misverstand in de communicatie met zijn belastingadviseurs. Hij voerde aan dat de bedoeling was om aandelen in Y International B.V. te verkopen, maar dat door een fout de aandelen van Y Holding B.V. waren vervreemd.
De rechtbank Haarlem had eerder het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard. In hoger beroep bevestigde het Hof de uitspraak van de rechtbank. Het Hof oordeelde dat de notariële akte van levering als uitgangspunt moest worden genomen en dat belanghebbende niet aannemelijk had gemaakt dat er iets anders was overeengekomen dan in de akte was vastgelegd. Het Hof concludeerde dat de vervreemding van de aandelen een feit was en dat het daarbij behaalde vervreemdingsvoordeel op grond van de Wet inkomstenbelasting 2001 tot het inkomen uit aanmerkelijk belang behoorde. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en het Hof oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.