ECLI:NL:GHAMS:2007:BA9942
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- E.F. Faase
- J. den Boer
- D.J. de Korte
- Rechtspraak.nl
Vernietiging navorderingsaanslag en boete wegens gebrek aan kwade trouw bij belanghebbende
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 11 juli 2007 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Haarlem. De belanghebbende, X B.V., had hoger beroep ingesteld tegen een navorderingsaanslag vennootschapsbelasting en een vergrijpboete die door de inspecteur van de Belastingdienst was opgelegd. De rechtbank had het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard, maar het Hof heeft deze uitspraak vernietigd.
Het Hof oordeelde dat de inspecteur niet aannemelijk had gemaakt dat de belanghebbende, door de verzorging van de aangifte geheel aan A over te laten, welbewust de aanmerkelijke kans had aanvaard een onjuiste aangifte te doen. De inspecteur had niet kunnen aantonen dat er sprake was van kwade trouw aan de zijde van belanghebbende, omdat deze erop vertrouwde dat A, die de aangiften verzorgde, deskundig was. Het Hof concludeerde dat er geen nieuw feit was dat navordering rechtvaardigde en dat de navorderingsaanslag en de vergrijpboete derhalve vernietigd moesten worden.
De uitspraak van het Hof houdt in dat belanghebbende recht heeft op vergoeding van proceskosten en dat de inspecteur in de kosten van de procedure moet worden veroordeeld. De beslissing van het Hof is openbaar uitgesproken en belanghebbende kan binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.