ECLI:NL:GHAMS:2006:BA2961
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- A.D.R.M. Boumans
- A. Bockwinkel
- J.E. Molenaar
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de schuldsaneringsregeling voor een alleenstaande moeder met schulden veroorzaakt door familieleden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 5 december 2006 uitspraak gedaan in hoger beroep over de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling voor appellante X. X, een 61-jarige alleenstaande vrouw, had een schuldenlast van € 19.975,85, waarvan een aanzienlijk deel was ontstaan door toedoen van haar familieleden. De rechtbank had eerder haar verzoek om toelating tot de schuldsaneringsregeling afgewezen, omdat zij van mening was dat de schulden aan het CJIB, GVB en NS niet te goeder trouw waren ontstaan. X had echter aangevoerd dat haar schulden grotendeels het gevolg waren van misbruik door haar analfabetische kinderen, die haar financiële administratie beheerden en zonder haar medeweten goederen bestelden.
Het hof heeft vastgesteld dat X sinds oktober 2005 onder bewind is gesteld en sindsdien geen nieuwe schulden heeft gemaakt. De betrokken maatschappelijk werker en de civiel bewindvoerder hebben bevestigd dat de situatie van X is verbeterd en dat zij nu recht heeft op een volledige uitkering en subsidies. Het hof oordeelde dat, hoewel de schulden aan het CJIB, GVB en NS niet te goeder trouw zijn ontstaan, de omstandigheden van de zaak en de verbeterde situatie van X aanleiding gaven om haar alsnog toe te laten tot de schuldsaneringsregeling.
Het hof heeft de beslissing van de rechtbank vernietigd en het verzoek van X om de schuldsaneringsregeling toe te passen toegewezen. De zaak is vervolgens verwezen naar de rechtbank Alkmaar voor verdere behandeling, waarbij rekening moet worden gehouden met de overwegingen van het hof.