ECLI:NL:GHAMS:2006:AZ9240
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep kort geding
- N. van Lingen
- R.J.F. Thiessen
- E.E. van Tuyll van Serooskerken-Röell
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van hoger beroep in kort geding met internationale dimensies
In deze zaak gaat het om de ontvankelijkheid van [appellant] in zijn hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank te Utrecht, sector kanton, locatie Amersfoort, gewezen op 12 januari 2006. De appellant, wonende te Amersfoort, heeft hoger beroep ingesteld tegen de vennootschap METALLIT GMBH SPEZIAL-SCHWEISSTECHNIK FABRIKATION VERTRIEBSERVICE, gevestigd te Bielefeld, Duitsland. De appeldagvaarding is op 25 januari 2006 betekend ten kantore van de advocaat van de wederpartij, maar er is geen bewijs geleverd dat een afschrift of vertaling van de dagvaarding naar Duitsland is verzonden, wat vereist is volgens de Europese verordening inzake de betekening van gerechtelijke stukken. Het hof heeft partijen in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de ontvankelijkheid van het hoger beroep. De appellant heeft in zijn memorie tien grieven voorgesteld en verzocht om vernietiging van het vonnis en afwijzing van de vordering van Metallit. Metallit heeft daarentegen geconcludeerd dat het hof de appellant niet-ontvankelijk moet verklaren in zijn hoger beroep. Het hof heeft de zaak naar de rolzitting van 29 juni 2006 verwezen voor verdere uitlating aan de zijde van de appellant en heeft iedere verdere beslissing aangehouden.