GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
TWEEDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER
Beslissing van 6 april 2006 in de zaak onder rekestnummer 1596/05 NOT van:
MR. [X],
oud-notaris te [plaats],
APPELLANT,
en de zaak onder rekestnummer 69/06 NOT van:
MR. [X],
oud notaris te [plaats],
APPELLANT,
Het hof heeft in beide zaken als belanghebbende aangemerkt:
MR. [Y],
Notaris te [plaats].
1. Voeging van beide zaken in hoger beroep
De door appellant aangespannen procedures in hoger beroep tegen de aan deze beslissing gehechte beslissingen van de voorzitter van de kamer van toezicht over de notarissen en kandidaat-notarissen te ‘s-Gravenhage, verder te noemen de kamer, van 13 september 2005 en 14 december 2005, zijn door het hof gevoegd daar zij op hetzelfde feitencomplex betrekking hebben.
2. Het verloop van de procedure in de gevoegde zaken
2.1. Door appellant is in de zaak met rekestnummer 1596/05 NOT, bij een op 13 oktober 2005 ter griffie van het hof ingekomen verzoekschrift – met bijlagen – tijdig hoger beroep ingesteld tegen de aan deze beslissing gehechte beslissing van de voorzitter van de kamer van toezicht over de notarissen en kandidaat-notarissen te ’s-Gravenhage, verder te noemen de kamer, van 13 september 2005.
2.2. Van de zijde van appellant is op 25 november 2005 een aanvullend verzoek- schrift ter griffie van het hof ingekomen.
2.3. Van de zijde van de belanghebbende, verder te noemen de notaris, is op 28 december 2005 een schriftelijke reactie ter griffie van het hof ingekomen.
2.4. Ter griffie van het hof is voorts op 11 januari 2006 tijdig beroep ingesteld in de zaak met rekestnummer 69/06 NOT tegen de beslissing van de voorzitter van de kamer van 14 december 2005.
2.5. De zaken zijn behandeld ter openbare terechtzitting van het hof van 23 februari 2006. Verschenen zijn appellant, alsmede de notaris. Allen hebben het woord gevoerd, appellant aan de hand van een pleitnotitie.
3. De stukken van de gedingen
Het hof heeft kennis genomen van de inhoud van de door de kamer aan het hof toegezonden stukken van de eerste instantie en de hiervoor vermelde stukken.
4. De feiten in beide zaken
Het hof verwijst voor de feiten naar hetgeen de kamer in de bestreden beslissingen heeft vastgesteld. Appellant en belanghebbende hebben tegen de vaststelling van de feiten door de voorzitter van de kamer geen bezwaar gemaakt, zodat ook het hof van die feiten uitgaat.
5. Het standpunt van appellant in beide zaken
5.1. Kort samengevat klaagt appellant over de vaststelling door de voorzitter van de kamer in de zaak met rekestnummer 1596/05 NOT, van het honorarium van de notaris als waarnemer van het vacante protocol van appellant ten laste van appellant.
5.2. In de zaak met rekestnummer 69/06 NOT beklaagt appellant zich over de benoeming door de voorzitter van de kamer van de notaris als waarnemer van het vacante protocol van appellant. In dat verband verzoekt appellant het hof om met terugwerkende kracht zijn standplaats op te heffen en zijn protocol met ingang van 15 september 2003 toe te voegen aan het protocol van mr. [Z], notaris te [plaats].
6. Het standpunt van de notaris in de zaak met rekestnummer 1596/05 NOT
De notaris heeft betoogd dat hij heeft gedeclareerd aan de hand van de criteria van dit hof zoals weergegeven in de beslissing van 2 juni 2005, rekestnummer 612/2003.
7.1. Het hof is van oordeel dat de beslissing van de voorzitter van 13 september 2005 inzake de vaststelling van het honorarium voor de waarneming van het vacante protocol van appellant in stand kan blijven. Uit de stukken en het verhandelde ter zitting is gebleken dat de notaris conform de eerdere beslissing van dit hof te dier zake heeft gedeclareerd. Van de zijde van appellant zijn geen argumenten naar voren gebracht die tot een ander inzicht nopen. Het hof zal het beroep verwerpen.
7.2. Het hof is tevens van oordeel dat uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat er sprake is van een stilliggend protocol van appellant; enige vorm van aanwas vindt niet meer plaats. De notaris heeft dienaangaande naar voren gebracht dat appellant hooguit nog een declaratie tegemoet kan zien inzake de royementen.
In dit geval is het hof van oordeel dat in beginsel hieruit volgt dat de waarneming niet meer voor rekening en risico van appellant behoort te komen. Het hof zal de beslissing van de voorzitter kamer van 14 december 2005 in zoverre vernietigen. Tevens zal het hof deze beslissing vernietigen met betrekking tot de daarin vermelde periode van 1 augustus 2005 tot 14 december 2005, nu is gebleken dat de termijn waarvoor de notaris is benoemd als waarnemer van het vacante protocol van appellant is verstreken per 1 augustus 2005.
7.3. De verzoeken van appellant met betrekking tot het met terugwerkende kracht opheffen van zijn standplaats en het toevoegen van zijn protocol aan het protocol van notaris [Z] zal het hof passeren, reeds omdat de Wet op het notarisambt hierin niet voorziet.
7.4. Hetgeen verder nog naar voren is gebracht, kan als in het voorgaande reeds behandeld dan wel thans niet ter zake dienend, buiten beschouwing blijven.
7.5. Het vorenoverwogene leidt mitsdien tot de volgende beslissing.
In de zaak met rekestnummer 1596/05:
in de zaak met rekestnummer 96/06 NOT:
- vernietigt de beslissing van de kamer voor zover het betreft de periode 1 augustus 2005 tot 14 december 2005, en in zoverre opnieuw recht doende;
- verstaat dat als ingangsdatum van de nieuwe waarnemingsbeslissing zal gelden 14 december 2005;
- verstaat dat de waarneming met ingang van 14 december 2005 niet meer voor rekening en risico geschiedt van appellant;
- verwerpt het beroep voor het overige.
Deze beslissing is gegeven door mrs. N.A.M. Schipper, A.D.R.M. Boumans en P.J.N. van Os en uitgesproken ter openbare terechtzitting van donderdag 6 april 2006 door de rolraadsheer.
Kamer van Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-Notarissen ’sGravenhage
? Brief d.d. 16 juni 2004 van mr [Z], kandidaatnotaris, namens notaris mr [Y], gevestigd te [plaats], [hierna ook te noemen: de notaris] met als bijlagen een declaratie en een overzicht van de verrichte werkzaamheden over de periode vanaf 1 november 2003 tot en met 30 april 2004.
? Brief d.d. 20 juli 2004 namens de voorzitter aan mr [X], waarin mr [X] verzocht wordt om zijn reactie op voormelde brief.
? Brief d.d. 10 augustus 2004 van mr [Z], kandidaatnotaris, namens de notaris, met als bijlagen een declaratie en een overzicht van de verrichte werkzaamheden over de periode vanaf 20 mei 2003 tot en met 30 oktober 2003.
? Brief d.d. 26 augustus 2004 namens de voorzitter aan mr [X], waarin mr [X] verzocht wordt om zijn reactie op de brief van 10 augustus 2004.
? Brief d.d. 30 augustus 2004 van mr [X] in reactie op de brief van 16 juni 2004 namens de notaris.
? Brief d.d. 30 september 2004 van mr [X] in reactie op de brief van 10 augustus 2004 namens de notaris.
? De schriftelijke reactie van de notaris op de brieven van mr [X], overgelegd aan de voorzitter op 4 november 2004.
? Brief d.d. 5 november 2004 van de notaris, in verdere reactie op de brieven van 30 augustus en 30 september 2004 van mr [X], met als bijlagen een creditnota voor de met de brief d.d. 10 augustus 2004 toegezonden declaratie en een vervangende declaratie voor het resterende bedrag met bijbehorende urenstaat.
Afschriften van deze stukken zijn aan deze beslissing gehecht.
De gronden van de beslissing
Bij Koninklijk Besluit d.d. 22 juli 2002, nr. 02.003474, is met ingang van 1 augustus 2002 aan mr [X] op zijn verzoek ontslag verleend uit zijn ambt van notaris gevestigd in de gemeente [plaats].
Bij beslissing d.d. 31 juli 2002 heeft de voorzitter in verband met voormeld ontslag met ingang van 1 augustus 2002 tot en met 31 juli 2003 de notaris benoemd tot waarnemer van het protocol en de overige notariële bescheiden van mr [X]. Daarbij heeft de voorzitter bepaald dat de waarnemingen zullen geschieden voor rekening en risico van mr [X].
De voorzitter heeft vervolgens bij beslissing van 21 juli 2003 de waarnemingstermijn van de notaris voor de duur van een jaar verlengd onder bepaling als voormeld.
Thans dient te worden beslist op de verzoeken van de notaris tot vaststelling van zijn honorarium ten laste van mr [X] over de periode van 20 mei 2003 tot en met 30 april 2004. De beslissing is aangehouden tot na de beslissing van het Gerechtshof te Amsterdam op het hoger beroep van mr [X] tegen een eerdere beslissing van de voorzitter, betreffende eerdere periodes. De beslissing van het hof dateert van 2 juni 2005 en is op 9 juni 2005 op het secretariaat van de Kamer ontvangen.
Tegen de door de notaris overgelegde declaraties en overzichten heeft mr [X] in het kort weergegeven en voorzover hier van belang het volgende ingebracht:
1. Bij de dossieroverdracht is een uitvoerig royementsdossier overhandigd waaruit zonder al te veel moeite de noodzakelijke hypotheekdoorhalingen kunnen worden gerealiseerd.
2. In de declaraties van de notaris worden werkzaamheden opgevoerd die buiten de betreffende periode hebben plaatsgevonden dan wel nog zouden moeten plaatsvinden.
3. Voor een royementsakte gold in de betreffende periode een maximumtarief.
4. De notaris heeft zich in zijn waarneming laten bijstaan door zeer ondeskundige personen.
5. De notaris heeft ten onrechte uren in rekening gebracht voor de door hem bij mr [X] gelegde beslaglegging.
6. Door de notaris zijn ten onrechte veel uren gedeclareerd voor het naar zijn mening op orde moeten brengen van het archief, dat reeds op orde was aangeleverd.
7. De notaris heeft ten onrechte reparatie-/bekrachtigingswerkzaamheden gedeclareerd.
Hiertegen heeft de notaris in zijn reactie van 4 november 2004 en bij zijn brief van 5 november 2004 het volgende aangevoerd:
1. Een royementsdossier is niet aangetroffen, anders dan een map met daarin een groot aantal royementsvolmachten. De aan de royementen bestede tijd is gerelateerd aan zeer veel doorhalingen van oude hypotheken. Deze zijn geboekt onder de algemene noemer “royementen”, hetgeen niet ongebruikelijk is.
2. Er wordt gedeclareerd op uurbasis. Het feit dat er toentertijd voor de cliënt een vast tarief voor een royement gold doet hier niet aan af.
3. Dit wordt betwist.
4. De gedeclareerde kosten betreffende het beslag zien op de werkzaamheden inzake de gedeeltelijke doorhaling van het beslag bij gelegenheid van de verkoop van het voormalig kantoorpand van mr [X]. Deze kosten komen ten laste van diegene onder wie beslag is gelegd, tenzij ten onrechte beslag is gelegd. Hiervan is echter geen sprake, aangezien er een executoriale titel aan ten grondslag lag en betaling door mr [X] was uitgebleven.
5. Het aangeleverde archief bestond uit een gigantische stapel dossiers die in de hal van het kantoor van de notaris waren gedeponeerd. Daarnaast zijn op de kamer van de notaris twee dozen afgegeven met de lopende dossiers.
6. In de bij brief van 5 november 2004 van de notaris overgelegde urenstaat zijn conform de opmerkingen van mr [X] verwijderd de uren betreffende de voorbereidende werkzaamheden die verband houden met de bekrachtigingen. Deze uren en de daaraan gerelateerde kosten zijn door de notaris in rekening gebracht op factuur aan de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie [KNB], overeenkomstig een arrangement met de KNB.
De notaris heeft verder toegelicht hoe en waarom hij op die wijze is tewerkgegaan met betrekking tot de urenspecificatie, de doorhalingen/royementen en de controle van de nog aanwezige dossiers op de vereiste doorhalingen.
Bij zijn brief van 5 november 2004 heeft de notaris [1] een correctie overgelegd in de vorm van een creditnota ad € 12.213,45 incl. BTWop zijn nota van 10 augustus 2004 inzake de in het protocol verrichte werkzaamheden in de periode vanaf 20 mei 2003 tot en met 30 oktober 2003 en [2] een vervangende declaratie over diezelfde periode voor in totaal € 10.528,39, incl. BTW.
Tegenover de zienswijze van mr [X] over de door hem aangevoerde punten staat die van de notaris.
Daar waar er kennelijk verschil van inzicht is tussen mr [X] en de notaris over de wijze waarop de notaris de dossiers in het protocol “[X]” heeft afgehandeld, is de voorzitter van oordeel dat mr [X] zijn standpunt niet, althans niet voldoende, aannemelijk heeft gemaakt. De voorzitter gaat ervan uit dat de notaris tenzij het tegendeel zou zijn komen vast te staan, hetgeen hier niet het geval is de waarneming van het protocol “[X]” op zich heeft genomen en heeft uitgevoerd zoals het een notaris betaamt. Daarbij neemt de voorzitter in aanmerking dat hem in het algemeen geen aanwijzingen over de praktijkvoering van de notaris bekend zijn die het standpunt van mr [X] in deze [zouden kunnen] ondersteunen.
De door de notaris overgelegde declaraties betreffen uiteindelijk de werkzaamheden verricht in de periodes van:
? 20 mei 2003 tot en met 30 oktober 2003, waarvoor gedeclareerd € 10.528,39 incl. BTW [€ 8.847,39 excl. BTW];
? 1 november 2003 tot en met 30 april 2004, waarvoor gedeclareerd € 9.280,94 incl. BTW [€ 7.799,11 excl. BTW].
Deze werkzaamheden hebben geen betrekking op werkzaamheden die direct en enig verband houden met het opmaken en passeren van nietige akten, maar zien op werkzaamheden die niet aan een bepaald lopend dossier zijn toe te rekenen. Van deze verrichte werkzaamheden heeft de notaris telkens een overzicht bijgevoegd, uitgesplitst naar datum, verrichter, gewerkte tijdsduur, aard van de verrichting, voor de verrichter geldend tarief en het desbetreffende loon.
De declaraties zijn naar het oordeel van de voorzitter hiermee toereikend gespecificeerd en komen hem, evenals de gehanteerde tarieven, niet onredelijk voor.
De beslissing, in aansluiting op de beslissingen van 31 juli 2002 en 21 juli 2003, waarbij notaris [Y] [her]benoemd is tot vacaturewaarnemer voor mr [X]:
Bepaalt dat mr [X], voormalig notaris gevestigd te [plaats], tegen volledige kwijting aan mr [Y], notaris gevestigd te [plaats], dient te voldoen een bedrag van in totaal € 19.809,33, incl. BTW [€ 16.646,50 excl. BTW], zijnde het honorarium voor de waarneming van het vacante kantoor van mr [X] vanaf 20 mei 2003 tot en met 30 april 2004.
Verklaart deze beslissing uitvoerbaar bij voorraad.
’sGravenhage, 13 september 2005
mr H.F.M. Hofhuis, voorzitter
Afschrift verzonden aan:
? Mr [Y], [adres], PERSOONLIJK.
? Mr [X], [adres], PERSOONLIJK.
Kamer van Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-Notarissen ’sGravenhage
De voorzitter van de Kamer van Toezicht,
? Het Koninklijk Besluit d.d. 22 juli 2002, nr. 02.003474, waarbij met ingang van 1 augustus 2002 aan mr [X] ontslag is verleend uit zijn ambt van notaris gevestigd in de gemeente [plaats].
? De beslissing van de voorzitter d.d. 23 juli 2004, waarbij mr [Y], notaris gevestigd in de gemeente [plaats], met ingang van 1 augustus 2004 voor de duur van ten hoogste één jaar tot waarnemer is benoemd van het vacante kantoor van mr [X].
Met ingang van 1 augustus 2005 is de termijn, waarvoor notaris [Y] tot waarnemer is benoemd, verstreken.
Gebleken is dat in verband met de financiële afwikkeling van het vacante kantoor nog geen notaris voor het overnemen van het protocol van de gedefungeerde notaris door de Minister van Justitie kan worden aangewezen, zodat met ingang van 1 augustus 2005 in de voortzetting van de waarneming van het vacante kantoor moet worden voorzien.
In deze situatie is er dan ook sprake van een bijzonder geval als bedoeld in artikel 29 lid 3 van de Wet op het notarisambt [Wna].
Daarbij gaat de voorzitter er van uit dat de aanwijzing van de waarnemer zal dienen te geschieden voor rekening en risico van de gedefungeerde notaris.
Er zijn geen overwegende bezwaren tegen de benoeming van mr [Y] bekend.
1. Benoemt gelet op de artikelen 29 lid 2 jo 28 onderdeel d Wna met ingang van 1 augustus 2005 voor de duur van ten hoogste één jaar, in verband met het ontslag met ingang van 1 augustus 2002 van de toenmalige notaris mr [X], toentertijd gevestigd in de gemeente [plaats], als waarnemer van het protocol en de overige notariële bescheiden van mr [X] voornoemd:
mr [Y],
notaris gevestigd in de gemeente [plaats].
2. Wijst hem toe gelet op artikel 29 lid 10 Wna met ingang van voormelde waarnemingsperiode het protocol en de overige notariële bescheiden van de als voormeld gedefungeerde notaris mr [X].
3. Ontheft hem van de verplichtingen als vermeld in de artikelen 2 tot en met 4 van de Verordening overdracht protocol.
4. Bepaalt dat de waarnemingen zullen geschieden voor rekening en risico van de als voormeld gedefungeerde notaris mr [X].
’sGravenhage, 14 december 2005.
mr R.J. Paris, voorzitter
Afschrift verzonden aan:
? Mr [X], [adres], PERSOONLIJK.
? Mr [Y], [adres], PERSOONLIJK.
? De Minister van Justitie, Directie Toegang Rechtsbestel, Afdeling Juridische Beroepsgroepen en Tolken, t.a.v. mw E.P. Lanooy, Postbus 20301, 2500 EH DEN HAAG.
? De Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie, Postbus 16020, 2500 BA DEN HAAG.
? Het Bureau Financieel Toezicht, Postbus 14052, 3508 SC UTRECHT.
? Mr R. van der Galiën, rijksambtenaar bij Belastingdienst Rijnmond, Postbus 50960, 3007 BB ROTTERDAM.