ECLI:NL:GHAMS:2005:AU6836
Gerechtshof Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.P.A. Boersma
- P.F. Goes
- R.G. Kemmers
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van bestuurder voor belastingschuld van BV en mededelingsplicht
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 17 november 2005 uitspraak gedaan over de aansprakelijkheid van X, als bestuurder van een BV, voor belastingschulden van de BV. De ontvanger van de Belastingdienst had X aansprakelijk gesteld voor een totaalbedrag van € 35.787,91 aan loonheffing- en omzetbelastingschulden, omdat de BV haar betalingsonmacht niet tijdig had gemeld. X had in zijn beroepschrift aangevoerd dat hij niet verantwoordelijk was voor het financiële beleid van de BV en dat hij niet op de hoogte was van de betalingsonmacht, die volgens hem door een andere bestuurder, C, had moeten worden gemeld.
Het Hof oordeelde dat de BV op 14 november 1999 niet in staat was om aan haar belastingverplichtingen te voldoen en dat zij haar betalingsonmacht niet tijdig had gemeld. Het Hof stelde vast dat X, als bestuurder, verplicht was om de betalingsonmacht onverwijld te melden, wat hij niet had gedaan. Het beroep op het zorgvuldigheidsbeginsel en het gelijkheidsbeginsel faalde, omdat het Hof oordeelde dat de ontvanger niet verplicht was om X voorafgaand aan de aansprakelijkstelling te informeren over de gevolgen van het niet melden van de betalingsonmacht.
De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van bestuurders in het kader van de Invorderingswet 1990 en de noodzaak om tijdig te voldoen aan de mededelingsplicht. Het Hof verklaarde het beroep van X ongegrond, waarmee de aansprakelijkstelling door de ontvanger werd bevestigd. De uitspraak is van belang voor de interpretatie van de aansprakelijkheid van bestuurders en de toepassing van het zorgvuldigheidsbeginsel in belastingzaken.