ECLI:NL:GHAMS:2005:AU5710
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- J.P. Splint
- A.M.L. Broekhuijsen-Molenaar
- S. Clement
- Rechtspraak.nl
Uithuisplaatsing van een minderjarige in een gesloten inrichting
In deze zaak gaat het om de uithuisplaatsing van een minderjarige, hier aangeduid als [de minderjarige], in een gesloten inrichting. De minderjarige is sinds 1998 onder toezicht gesteld van Bureau Jeugdzorg Utrecht (BJU) vanwege een zorgwekkende thuissituatie en gedragsproblemen. In een evaluatie- en hulpverleningsplan van BJU, opgesteld op 6 januari 2005, wordt geschetst dat de minderjarige sinds haar kinderjaren te maken heeft gehad met discontinuïteit in haar leven, wat heeft geleid tot verwaarlozing en ernstige gedragsproblemen, waaronder winkeldiefstallen en frequent weglopen. Het plan concludeert dat een gesloten behandeling noodzakelijk is om de minderjarige te beschermen tegen de risico's die zij zelf opzoekt.
De kinderrechter heeft op 7 december 2004 een machtiging verleend tot uithuisplaatsing in een gesloten inrichting, die op 17 december 2004 werd verlengd. De minderjarige is in hoger beroep gegaan tegen deze beslissingen, waarbij zij aanvoert dat de machtiging tot sociale bewaring niet op de wet is gegrond. BJU heeft echter betoogd dat de gedragsproblemen van de minderjarige en haar neiging om risicovolle situaties op te zoeken, een gesloten behandeling noodzakelijk maken.
Het hof heeft de zaak op 7 februari 2005 behandeld en geconcludeerd dat er voldoende verifieerbare informatie is over de ernstige gedragsproblemen van de minderjarige. Het hof oordeelt dat de kinderrechter terecht de machtiging tot uithuisplaatsing heeft verleend en verlengd, en dat de plaatsing in een gesloten inrichting in het belang van de verzorging en opvoeding van de minderjarige noodzakelijk is. De beslissing van de kinderrechter wordt dan ook bekrachtigd.