ECLI:NL:GHAMS:2005:AT9842
Gerechtshof Amsterdam
- Wraking
- J.H. Huijzer
- L.C. Heuveling van Beek
- W.H.F.M. Cortenraad
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wraking van leden van de wrakingskamer in een strafzaak
In deze zaak heeft de verdachte, aangeduid als X, op 19 april 2005 een verzoek tot wraking ingediend tegen de voorzitter en de oudste raadsheer van de tweede meervoudige strafkamer van het Gerechtshof Amsterdam, te weten mr. P.M. Brilman en mr. R.E. de Winter. Dit verzoek werd op 10 mei 2005 in het openbaar behandeld en afgewezen. Vervolgens heeft X op 25 mei 2005 en 3 juni 2005 twee aanvullende verzoeken tot wraking ingediend, die eveneens niet-ontvankelijk werden verklaard. Het vierde verzoek tot wraking, gericht tegen de leden van de wrakingskamer, werd op 14 juli 2005 behandeld. X voerde aan dat hij niet was gehoord bij de behandeling van zijn eerdere verzoeken en dat de wrakingskamer onterecht met verschillende aliassen naar hem verwees zonder dat hij daarover was gehoord. Hij stelde dat er contact was geweest tussen de strafkamer en de wrakingskamer, wat volgens hem de onpartijdigheid van de leden van de wrakingskamer in gevaar bracht. Het hof oordeelde dat X tijdig was in zijn verzoek en dat de wrakingskamer geen schending van het beginsel van hoor en wederhoor had begaan. De wrakingskamer had zich ambtshalve bekend verklaard met de stand van zaken in de strafzaak, maar er was geen bewijs dat er inhoudelijk overleg had plaatsgevonden tussen de strafkamer en de wrakingskamer. Het hof concludeerde dat de onpartijdigheid van de leden van de wrakingskamer niet in het geding was en wees het vierde verzoek tot wraking af.