ECLI:NL:GHAMS:2005:AT6629
Gerechtshof Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van waterschap De Waterlanden bij heffing ingezetenenomslag
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 26 mei 2005 uitspraak gedaan over de rechtmatigheid van een aanslag in de ingezetenenomslag voor het jaar 1998, opgelegd door het waterschap De Waterlanden. De belanghebbende, een inwoner van Amsterdam-Noord, had beroep aangetekend tegen de aanslag van f 31,55, die was gebaseerd op de Omslagverordening 1995 van het waterschap. De belanghebbende stelde dat de aanslag onterecht was opgelegd, omdat het dagelijks bestuur van het hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV) in plaats van dat van De Waterlanden had moeten optreden bij de heffing van de omslag.
Het Hof heeft vastgesteld dat er geen gedocumenteerde aanwijzing was dat de dagelijks besturen van AGV en De Waterlanden op de voet van artikel 124, derde lid, van de Waterschapswet een ambtenaar van AGV hadden aangewezen voor de heffing van de omslag. Het Hof oordeelde dat de heffingsambtenaar van AGV ten tijde van de aanslag niet bevoegd was om deze op te leggen. Dit leidde tot de conclusie dat de aanslag niet rechtsgeldig was en dat het beroep van de belanghebbende gegrond was.
Het Hof heeft de bestreden uitspraak van de verweerder vernietigd, evenals de aanslag ingezetenenomslag van De Waterlanden. Tevens is het hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier gelast om het door de belanghebbende betaalde griffierecht van € 31 te vergoeden. De uitspraak is gedaan door de Eerste Meervoudige Belastingkamer, waarbij de griffier niet in staat was de uitspraak mede te ondertekenen. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken beroep in cassatie worden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden.